19 DECEMBER 1985
1276
probleem ermee om een aantal effecten die wij in periodieke me
tingen vinden, ter discussie te stellen binnen bijvoorbeeld een
commissie Wonen. U moet dan niet dikke rapporten zeer uitvoerig
gaan bekijken maar we gaan gewoon een aantal conclusies met el
kaar doorpraten. Dan zijn er een tweetal moties te bespreken.
Dat is motie nr. 9 over de Hoge Vucht. Het college heeft daar
van gezegd dat het college op het ogenblik bezig is om de bud
getten die in de verschillende sectoren zitten en die voor die
Hoge Vucht, met name Geeren-Noord bestemd zijn, bij elkaar te
halen. Die zaken zullen we gebruiken. Dat zijn dus gedekte be
dragen. Daarnaast is er een stelpost Hoge Vucht en dat is ook
een in de begroting gedekt bedrag. Verder gaan we op dit moment
niet en verder gaan hoeven we op dit moment niet, omdat concre
te vragen daarvoor niet op tafel liggen. Over het maatschappe
lijk gebonden eigendom heb ik U gezegd, dat wij een hele dikke
nota hebben. We zullen proberen, als dat aan de motie tegemoet
komt, om die nota wat leesbaarder te maken en aan de raad aan
te bieden. Als ik dan verder de drie moties bekijk, dan verzoek
ik U die moties in te trekken op grond van de toezeggingen die
het college heeft gedaan.
Wethouder RöMKENS
Door het C.D.A. zijn opmerkingen gemaakt over het onvoldoende
vrijmaken van structurele middelen, zoeken naar mogelijke be
zuinigingen, ik noem dat even de A t/m S-lijst, die in de Ka
dernota 1986 was aangekondigd, uit te voeren. U hebt kunnen
zien dat met name de resultaten van een en ander voor wat be
treft M.E.C., S.W.B. en G.S.D.afgerond waren en U hebt ook in
de Kadernota gelezen dat de aard van de aangedragen onderwerpen
met zich meebracht dat dit een meer lopende zaak zou zijn. Van
daar dat wij inderdaad niet verder zijn gekomen dan de bedragen
f 12.000,-- en f 30.000, zoals die nu zijn aangegeven, het
geen evenwel niet inhoudt dat, voor zover de daar aangekondigde
onderzoeken zijn afgerond, U daar niet over geïnformeerd zou
worden. De heer De Zwart heeft verder verwezen onder meer naar
motie 1, waarin hij een drietal zaken aan de orde stelt. Ik kan
daarvan zeggen dat dit college gehouden is aan het vigerende
programakkoord. Dat betekent dat uitgegaan moet worden van een
sluitende begroting en dat tegen die achtergrond dit college,
fungerend op basis van het huidige programakkoord, ook gehouden
is om bij de meerjarencapaciteit dit uitgangspunt te handhaven,
waarbij ik wel nadrukkelijk zeg, dat ten aanzien van de in de
meerjarenprognose te presenteren jaarschijven, in principe de
eerste jaarschijf als hard moet worden aangemerkt. Dat daarbij
ook de risico's betrokken dienen te worden, is Uw tweede ele
ment in de motie. Dat is duidelijk. U zegt dat de risico's daar
bij zijn afgedekt. Als U aangeeft op welke wijze ze kunnen wor
den afgedekt, dan denk ik dat wij, zeker tegen de achtergrond
van drie want dat is een logisch gevolg van één en twee, met
deze motie kunnen leven. Die uitgangspunten, zoals door het col
lege weergegeven, zullen worden gehanteerd bij de presentatie
van de Kadernota 1987. Ik wil de heer Taks antwoorden door me
teen op zijn motie in te gaan en als U het goed vindt, vanwege
de beperkte tijd, neem ik ook een vergelijkbare motie van D'66