19 DECEMBER 1985 1277
mee, waarbij ik niet de V.V.D. en D'66 op één hoop wil
gooien. Die moties komen naar de mening van het college qua
strekking in belangrijke mate overeen. Dat betekent voor het
college dat wij willen herhalen wat wij in eerste termijn
hebben toegezegd. De discussie vanavond over de privatisering
is, denk ik, nog eens een keer een bevestiging van de wijsheid
van het college om te zeggen dat het niet te verwachten is dat
op korte termijn consensus bereikt zal worden over de invulling
van de privatisering. Die oren heeft om te horen, die heeft
kunnen horen vanavond dat wij nogmaals bereid zijn een korte
notitie in de commissie aan de orde te stellen. Zou uit
behandeling in die commissie blijken dat die discussie kan
leiden tot een aanzet voor een beleidsnota, dan is dit college
graag bereid die beleidsnota op basis daarvan samen te
stellen. Maar om op voorhand een beleidsnota toe te zeggen,
daartoe is dit college niet bereid. Als U met deze mededeling
de motie zou willen intrekken, dat geldt zowel voor V.V.D. als
voor D'66, dan zijn wij graag bereid èn een notitie te maken èn
de consequenties daaruit te trekken naar aanleiding van de
discussie in de commissie.
De heer TAKS
De bereidheid van het college om een beleidsnota te maken hangt
af van de uitkomst van het commissieberaadbegrijp ik. Welke
criteria hanteert het college om te beoordelen of in de commis
sie wel consensus te bereiken valt?
Wethouder RöMKENS
Dat zal uit de discussie in de commissie in belangrijke mate
zelf moeten blijken, wanneer blijkt dat er een bepaalde consen
sus is, die het zinvol maakt om er een beleidsnota over samen
te stellen. Ik kan U ook morgen een nota toezeggen maar dan
haal ik één van de vele uit de kast, waaruit blijkt dat men het
nergens voor elkaar heeft gekregen en dat het alleen een dogma
tische discussie gaat worden. Dat wil dit college juist voorko
men. We willen concreet in voorkomende gevallen aan de hand van
de in die situatie passende randvoorwaarden nagaan wat privati
sering is. Dat zal ook de strekking worden van de discussienota
die wij U hebben toegezegd. Als daar de basis in gevonden kan
worden om te komen tot een beleidsnota, dan zijn wij gaarne be
reid U nu al op voorhand toe te zeggen dat die beleidsnota als
gevolg daarvan door dit college aan U gepresenteerd zal worden.
De heer DE BRUIJN
De wethouder veegt de moties op een hoop want hij vindt dat het
over hetzelfde gaat. Toch zit er een fundamenteel verschil in
wat in de V.V.D.-motie gevraagd wordt en wat in onze motie ge
vraagd wordt. De wethouder geeft zelf aan dat we die dogma
tische discussie op een gegeven moment moeten vermijden in de
commissie. Als hij echter met een notitie komt van moeten we
wel of moeten we niet, dan zijn wij juist zo bang dat die dogma
tische discussie op dat moment al gaat plaatsvinden en je nooit
op een gegeven moment tot een gefundamenteerd kader kan komen.