19 DECEMBER 1985 1279 toezegging moeten doen, waarvan ik niet weet wat de realiteits waarde daar uiteindelijk van is. Ik wil graag de toezegging doen om met name Uw behoefte op dat punt te bespreken. Vervol gens zegt de heer Martens dat hij de huidige ontwikkeling met betrekking tot de kredietbank met enige zorg ziet omdat hij ver onderstelt dat het draagvlak wegvalt. Ik vind dat deze gedachte bij de bespreking die wij in de commissie zullen hebben, voor dat het college een besluit neemt, nadrukkelijk aan de orde kan komen. We hebben U toegezegd vóór de begrotingsbehandeling in ieder geval de notitie toe te zenden maar de besluitvorming daarover willen we zeker in nauw overleg met de raad doen. Ik kan Uw zorgen begrijpen maar ik moet er bijzeggen, en dat is een persoonlijke opvatting want ik spreek nu niet namens het college, dat deze zorgen bij mij niet zo sterk spelen. Zowel de heer Martens als de heer Crul hebben over Moerdijk gesproken. Ik kan daar, wat betreft de ingang die gekozen is kort en duide lijk over zijn. U hebt op 12 december in deze raad gesproken over de begroting 1986 die gevolgd wordt op korte termijn met enkele begrotingswijzigingen. U kunt zich dat ongetwijfeld herinneren. Daarbij hebt U gezien dat uitgangspunt van deze be groting de U bekende exploitatie-opzet was, uitgaande van 132 ha. op basis van de 10-jarige gelijkmatige invulling van verko pen. Daaraan toegevoegd waren de renteverliezen die ontstaan zijn door een latere effectuering van de sanering dan bij de berekening gepleegd was, nl. uitgangspunt was 1 januari en het is 16 oktober geworden. Ten derde waren er de verliezen bij de omzetting van de leningen. Dit alles leidde tot een exploitatie tekort van f 9,1 miljoen. We hebben het daar in de raad over ge had en gezegd dat, en dan heeft de heer Crul meteen een ant woord, geen bijschrijving van verliezen op de grond zal plaats vinden. Die zouden jaarlijks afgedekt worden. De heer Martens vraagt wat er nu gebeurt bij niet-plaatsing? Wanneer er geen plaatsing zal plaatsvinden maar de veronderstelde 10$-verkopen van 132 ha. doorgaan en gesteld dat er ook geen andere verkopen van de domeinengronden zouden plaatsvinden, dan betekent dit dat Breda aansprakelijk is voor 1/6 van die f 9,1 miljoen. Als ik dat omreken is dat f 1 1/2 miljoen. We hebben structureel de veiligheidsmarge van f 1,2 miljoen nog in de begroting zitten. Aan de andere kant moet ik zeggen dat elke meter grond die bui ten de 132 ha. verkocht wordt een direct positief exploitatie resultaat heeft op deze financiële benadering. Wethouder Sand- berg heeft nog gemeld bij de begroting die toen aan de orde was dat de 10/6-afname uitgaat van 132 ha. Op dit ogenblik is er nog 108 ha. uitgeefbare grond, waaruit al blijkt dat er dus een ver sterkte uitgifte in het eerste jaar ten opzichte van de progno se heeft plaatsgevonden. De P.v.d.A. heeft twee moties inge diend. Eén over het M.E.C. en één over de bodemsanering. Ik denk dat ik de motie over het M.E.C. de vorige keer al duide lijk aan de orde heb gesteld. U vindt in boek 2 onder hoofdstuk 7, pagina 40 de f 58.830,-- die ook in de motie genoemd worden voor activiteiten, diensten en goederen. Deze zijn medebestemd voor het mogelijk subsidiëren van particuliere organisaties. In

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 1279