19 DECEMBER 1985 1280
een nader op te stellen werkprogramma zullen de activiteiten in
gevuld worden en zullen de middelen die beschikbaar zijn om ac
tiviteiten uit te voeren, afhankelijk van het programma, ook
ter beschikking komen van particuliere organisaties. Als één
van die organisaties geldt De Groene Koepel. Wanneer de
P.v.d.A. het met ons eens is dat De Groene Koepel één van de or
ganisaties is die in dit activiteitenpakket moet kunnen partici
peren, dan zijn wij het met elkaar eens. Als de P.v.d.A. met de
motie bedoelt, tegen de achtergrond van datgene wat in de derde
overweging staat, dat De Groene Koepel als organisatie een sub
sidie moet krijgen om als organisatie te bestaan, dan zitten
wij op een ander spoor en dan wijst de meerderheid van het col
lege deze motie af. In het andere geval kunt U de motie rustig
intrekken want dan zitten wij op één lijn. Motie nr. 12 gaat
over de bodemsanering. Daarvan heb ik in eerste termijn ook al
gezegd dat in bijzondere omstandigheden, en dat is ook in deze
begroting gepresenteerd, het college van mening is dat er dusda
nige belangen kunnen zijn, dat wij zelf een stuk sanering ter
hand moeten nemen. Waar praten we dan over? Dan praten we over
mogelijke stagnatie van de bouw, waardoor bouwstromen niet door
kunnen gaan en waardoor een stuk stadsvernieuwing belemmerd zou
worden. In die situatie vinden wij dat wij zelf iets ter hand
moeten nemen. Uitgangspunt blijft echter dat de Interimwet bo
demsanering het instrument moet zijn voor de oplossing van deze
problematiek. Die lijn wil het college voortzetten en ik denk
dat we daar op één lijn zitten, zeker tegen de achtergrond van
de middelen die wij daarvoor in de begroting gereserveerd heb
ben. Ik vind dus dat wij al in de geest van motie nr. 12 gehan
deld hebben. Van de heer De Bruijn moet ik zeggen dat zijn ver
onderstelling dat ik hier heb zitten kijken als een bekend
klein beest wat in mei in de bomen kruipt, namelijk als een mei
kever die niet wist waar ie het over had, niet juist is. Ik
vind dat een simplificatie van de situatie.
De heer DE BRUIJN
"Simplificatie" is voor rekening van de wethouder.
Wethouder RöMKENS
Dat is uiteraard waar. Ik vind het een simplificatie. Ik heb na
melijk gezegd: "wijst U ze me dan aan!". Ik vind het tè eenvou
dig mijnheer De Bruijn als U zegt dat er veel stille reserves
zijn. De Catharinastraatik pak het voorbeeld maar, kun je ver
kopen aan een projectontwikkelaar. Het verschil tussen op
brengst en boekwaarde moet je dan gebruiken om alternatieve
huisvestingsvormen te vinden. Maar wat betekent het? Dat wij
pas reserves dan manifest krijgen op een moment dat de rente
last van die nieuwe situatie minder is dan het verschil tussen
opbrengst en boekwaarde van de oude situatie.
De heer HENDRICKS
Ik ben bang dat inderdaad de heer Römkens de kwalificatie uit
stekend gebruikte, toen hij de meikever introduceerde in ons
midden. Wij hebben bij de Kadernota heel wat anders gesteld en
daar hebben wij ook in onze tweede termijn naar verwezen. Om