21 JANUARI 1985
128
praten over W-groepen, dit niet los gezien mag worden van het
totale pakket van activiteiten van W-ers en dat geldt zowel
voor de nadere invulling van het nieuwe artikel 36 W.W.V., als
de afstemming met de sector werken, iets waar de heer Sandberg
al nadrukkelijk op ingegaan is, mede tegen de achtergrond van
de door de P.P.R. in dit verband ingediende motie. Het emancipa
tiebeleid heeft zijn basis gevonden in duidelijke raadsbeslui
ten. Samen met vrouwelijke groeperingen die tot constructief
overleg bereid zijn en met inschakeling van de emancipatie
adviesraad, denk ik dat er een goede basis is gevormd voor een
in Breda te voeren emancipatiebeleid. Tegen de achtergrond van
de besluitvorming rond het emancipatiebeleid is door mij toege
zegd dat voor de begrotingsbehandeling 1986, na inschakeling
van de emancipatie-adviesraad, de subsidiecriteria aan de orde
zullen komen in de commissie. Daarmee denk ik dat de motie van
de P.P.R. eigenlijk met deze nu weer herhaalde toezegging over
bodig is. Het betreft hier motie nummer 19, die overigens nog
niet is ingediend, maar misschien kunt U de kosten van fotoco-
pieëren besparen gezien deze toezegging.
De heer SCHARFF
Misschien kunnen we ons dat besparen. Ik heb daar dan één vraag
over. Houdt het dan ook in dat de subsidiëringen 1985 waarbij
een bepaald criteriumbeleid niet goed tot zijn recht is geko
men, naar aanleiding van die discussies dan nog herzien worden?
Wethouder RÖMKENS
Uiteraard niet.
De heer SCHARFF
Dan verwacht ik dat U wel op een motie kunt rekenen.
Wethouder RÖMKENS
Dan zien wij die motie tegemoet
de toezegging kan ik dan bij deze
instemming van het college heeft.
maar tegen de achtergrond van
zeggen dat deze motie niet de
De heer SCHARFF
Zou U niet even op de tekst van de motie wachten?
Wethouder RÖMKENS
Naast de waardering over het gevoerde beleid heeft de V.V.D. de
veronderstelling geuit dat geen uitvoering zou zijn gegeven aan
de motie ten aanzien van de stichting Jeugd en Gezin. In dit
verband wil ik herinneren aan de door collega Van Asseldonk op
22 december 1983 gedane mededeling dat het college tegen de be
trokken motie geen bezwaar heeft. Hieruit mocht worden geconclu
deerd dat ons college, conform de strekking van de motie, hier
aan uitvoering zou geven. Deze mededeling is niet overeenkom
stig artikel 31, lid 6, van het reglement van orde door de voor
zitter formeel medegedeeld. Wel is echter uitvoering aan de
motie gegeven naar inhoud. Wat de motie zelf betreft (we hebben