21 JANUARI 1985
129
het hier over het adviesbureauwerk), hebben wij conform het ge
stelde in de motie opnieuw het adviesbureauwerk inhoudelijk be
zien in het kader van het beleid met betrekking tot de maat
schappelijke dienstverlening. Wij wijzen in deze op een nieuwe
ontwikkeling, een ontwikkeling die ons op 29 februari 1984 be
reikte, namelijk dat het standpunt van de rijksoverheid is dat
met ingang van 1 januari 1985 subsidiëring van het adviesbureau
werk als taak van de rijksoverheid wordt aangemerkt. Daarnaast
merk ik op dat de ontwikkeling en de mede daarop gebaseerde
standpuntbepaling los staat van onze waardering voor het advies
bureauwerk. Gezien evenwel de totale financiële positie achten
wij een aanvullend gemeentelijk subsidie op een rijkstaak niet
onze hoogste prioriteit. Uit de voorstellen van de fractie P/C
zou de indruk kunnen ontstaan dat college en raad geen oog zou
den hebben voor de positie van haar burgers en in het bijzonder
de minima. Niets is echter minder waar en daarom ga ik kort in
op de voorstellen die door mevrouw Paulussen zijn genoemd op
pagina 10 e.v. van haar inleiding. Het college heeft zich bij
herhaling uitgesproken in de richting van de rijksoverheid en
gezien de opstelling van de raad mogen wij aannemen dat dat ook
de instemming van de overgrote meerderheid van de raad heeft.
De aanbevelingen van het rapport "minima zonder marge"
De heer SCHARFF
Dit is best een belangrijke opmerking want ik kan mij niet her
inneren dat de raad als zodanig daar ooit een uitspraak over ge
daan heeft. Ik meen zelfs dat de meerderheid ons dat als het
ware onmogelijk heeft gemaakt. Ik ben toch wel benieuwd waarop
U baseert dat de meerderheid van de raad wat dan ook onder
schrijft
Wethouder RÖMKENS
Ik zei, gezien de reacties uit de raad, en dat is met name in
de commissie gebleken, mogen we aannemen dat de opstelling van
het college de instemming van de overgrote meerderheid van de
raad zal hebben. Daar zou ik het bij willen laten. Ten aanzien
van punt 2, aanbevelingen uit "minima zonder marge" zullen voor
zover betrekking hebbend op de lokale overheid, volledig tot
uitdrukking komen in de nota woonlasten, respectievelijk daar
becommentarieerd worden. Ik doe overigens voor de zoveelste
keer deze toezegging die ik ook al bij herhaling in de commis
sie Welzijn I heb gedaan. Als we praten over schuldenaanpakge
coördineerde aanpak, dan wijs ik naar de behandelde notitie
over schuldenaanpak. Juist daar is één van de doelstellingen
het verkrijgen van inzicht in de aard en omvang van de schulden
problematiek, op basis waarvan een pakket maatregelen zal wor
den voorgesteld. Juist naar aanleiding van de Bredase notitie
over schuldenproblematiek is door DIVOSA een werkgroep inge
steld en op initiatief van Breda zal de functie van de Algemene
Bijstandswet nadrukkelijk hierbij betrokken worden. Als mevrouw
Paulussen praat over grensverkennend bijstandsbeleiddan wil
ik erop wijzen dat dat het beleid is van Breda. Maar grensver
kennend is niet bewust een grensoverschrijdend beleid. Dat is