21 JANUARI 1985
130
misschien het verschil in interpretatie. Een actief voorlich
tingsbeleid gebeurt. Het vaak geroemde voorbeeld van Rotterdam
wil ik dan aanhalen. In Breda, ietwat kleiner dan Rotterdam,
zijn meer individuele bezoekers voor informatie dan in Rotter
dam. Niet relatief maar absoluut. Ik heb al gesproken over het
actief schuldenbeleidIk wil afsluiten met de opmerking van
mevrouw Paulussen over het bijstandsmaatschappelijk werk. Ik
moet zeggen dat deze opmerking mij als portefeuillehouder bij
zonder verkeerd in het keelgat is geschoten. De hier gemaakte
opmerking mag van een oud-wethouder van sociale zaken niet ver
wacht worden. Als iemand kan weten dat een bijstandsmaatschappe-
lijk werker geen beslissingsbevoegdheid heeft, dan is het een
oud-wethouder. Om dan hier te suggereren dat de bijstandsmaat-
schappelijk werkers beslissingen zouden nemen en primair en
exclusief werken vanuit de regels en voorschriften, dan moet ik
zeggen, kijkend naar de taakopvatting en de taakuitoefening van
de bijstandsmaatschappelijk werkers in Breda tegen de achter
grond van de druk, zowel emotioneel als in werk, dat deze opmer
king bij mij ronduit als beledigend overkomt voor deze functio
narissen. Tenslotte zal het duidelijk zijn dat ik nogmaals de
suggestie om te komen tot bestuurlijke ongehoorzaamheid, nadruk
kelijk van de hand wijs.
Wethouder VAN ASSELDONK
Na de algemene beschouwingen van afgelopen donderdag hebben
vele meegevoeld met die wethouder Welzijn II. Men meende toch
tijdens de pauzes en na afloop zich tot mij te moeten richten
zo van: "jammer, weinig of niets over gezegd, is dat nu niet
frustrerend achteraan in de rij? en jij bent snel klaar". En
enigszins plagend doch collegiaal: "Jan, jouw beleid is zo
goed, kunnen we iets van je tijd lenen?" Dit soort geluiden in
en om de Bredase gemeenteraad geven nu juist weer die extra
charme en dat Breda-eigene aan dit gebeuren. Het is natuurlijk
maar hoe je instelling is bij het luisteren. Luisteren naar de
inhoud, maar ook naar de wijze van gebruik van de stem en de
presentatie. Uit al dat medeleven heb ik begrepen dat ik enigs
zins een eenling was. Ik heb namelijk geluisterd met een bijzon
der oor. De gemeenteraad van Breda verwacht dat naar mijn me
ning ook van zijn wethouder die onder andere belast is met cul
turele zaken. Op 1 januari, na de toespraak op de Nederlandse
televisie van Z.K.H. prins Claus en na het luiden van het caril-
lion is ook in Breda het door de Raad van Europa uitgeroepen
jaar van de muziek van start gegaan. Deze wethouder hoort bijna
alles muzikaal. Dan kunt U en deze raad begrijpen dat ik een
bijzonder aangename vergadering heb meegemaakt. Muzikaal ver
taald mag ik spreken van een wat zwaar stuk met af en toe wat a-
tonaals maar wel bijzonder passend in deze tijd. Voor mijzelf
kwam het hoogtepunt van de avond exact om 22.19 toen de heer
Hendricks ging spreken over de samenhang in het college. Het
werd hoog tijd, zo zei de heer Hendricks, dat het kwintet uit
groeide naar een sextet. U proeft het, gezien de uit de muziek
ontleende termen, zijn ook hier reeds duidelijke invloeden van
het jaar van de muziek aanwezig. Het tempo van de algemene be
schouwingen zou ik willen noemen Allegro Moderato, onder druk