21 JANUARI 1985
135
raad zal dan de toekomstige beleidslijnen uiteen moeten
zetten. Arbeidstijdverkorting en helemaal geen werk heeft nogal
gevolgen voor de vrije tijdsbesteding. Wij vinden dat wij ons
in de voorwaarden scheppende zin met het vrijetijdsbeleid moe
ten gaan bezighouden. Wij zien de gedwongen vrije tijd als een
aparte problematiek, die zowel vanuit de visie op werken, ge
richt op terugkeer in het arbeidsproces, als naar het vrije
tijdsbeleid moet worden ingevuld. Zolang we de uitgangspunten
van het te voeren beleid op het gebied van de recreatie nog
niet duidelijk in beeld hebben, verdient dit, naar onze mening,
prioriteit. Ook het jaar van de jongeren vraagt natuurlijk aan
dacht. Diverse sprekers hebben daarop gewezen. Alhoewel reeds
in 1978 uitgeroepen, moet ik bekennen dat het erop lijkt dat we
met het bekende Bredase kwartiertje zijn begonnen. We hebben
echter niet stilgezeten en de eerste contacten zijn reeds ge
legd. Onze running-mate in deze is natuurlijk in de eerste
plaats het J.J.C. Wij gaan zowel ondersteunende activiteiten
opzetten als middels gemeentelijke maatregelen proberen de
positie van de jongeren te verbeteren. We zullen steeds trach
ten meer samenhang in het jongerenbeleid te brengen. Jeugdwerk-
loosheidsbestrijdingaandacht voor jongerenhuisvesting en spe
cifieke welzijnsmaatregelen ter verbetering van opvang van hulp
verlening. De ondersteunende activiteiten zijn er vooral op ge
richt om de activiteiten voor en door jongeren meer te benadruk
ken. Bevordering van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaam
heid, waarover mevrouw Van Rooij heeft gesproken, kan gestimu
leerd worden door bij jongeren aansprekende activiteiten te
organiseren. Hierin kan het startpunt liggen om de zaken, ook
als jongeren, zelfstandig aan te pakken. In die zin zie ik in
Breda ook goede voorbeelden, zoals de vrijwilligers van PARA,
die een stedelijk centrum, ondanks de vele moeilijkheden, wil
len blijven runnen en de pogingen van enkele jongerenopvang-
projecten om tot een stedelijk platform te komen. Als het gaat
om eenmalige activi-teitendan denken wij voorlopig aan zaken
als: manifestatie rond heropening PARA, betrekken van onderwijs
en welzijnsinstellingen om in voorlichtingssfeer de jongeren-
problemen onder de aandacht te brengen en het actief inspelen
op stimuleringsregelingen vanuit het ministerie van W.V.C.
(o.a. jongeren bouwen voor jongeren). De Bredase aanvraag gaat
dan ook voor 1 januari de deur uit. Ook de georganiseerde en
ongeorganiseerde sport zullen we trachten te bereiken. Hier
ligt de leeftijd van de doelgroep iets lager, dertien tot zes
tien jaar. Inspelen op landelijke acties die zich richten op
het stimuleren van deelneming aan de sport en, heel belangrijk,
het houden van de jeugdigen voor de sport. Wij vinden hier de
Sp.A.R. aan onze zijde. Ik noem U slechts enkele voorbeelden
die in het overleg met jongeren graag ingeruild worden voor
betere initiatieven. Als gemeente schromen wij niet het voor
touw te nemen en initiatieven aan te dragen voor scholieren en
werkloze jongeren. Beleidsmatig zal het jongerenjaar door een
gedegen aanpassing van de discussie jeugd- en jongerenbeleid
vorm dienen te krijgen. Mevrouw Van Rooij heeft enkele wensen
op tafel gelegd en gevraagd naar de tijdstermijnEven terug in
de tijd. De discussienota jeugd- en jongeren beleid omvatte