23 JANUARI 1985
142
vinden wij de mogelijkheid tot eigen inbreng van de jongeren in
de beleidsvorming. Onze vraag is: heeft de betrokkenheid in dit
stadium al gestalte gekregen? Of wordt hun inbreng als resul
taat van de inspraakprocedure pas in een later stadium meegeno
men? Wij vinden het een goed initiatief vanuit de jongerengroe-
peringen om te komen tot een stedelijk platform. In welk sta
dium zijn deze plannen? Wat ziet U als haar taken en zijn er
nog mogelijkheden dat dit platform in de beleidsvoorbereiding
van genoemde nota betrokken wordt? Wij hebben veel gezegd tegen
elkaar en hebben diverse opmerkingen gemaakt. U heeft recht te
weten hoe het C.D.A. tegenover U staat. Welnu: wij staan achter
het college.
De heer TAKS
Uit de algemene beschouwingen, zoals die vorige week door onze
commissiepartners zijn gehouden, heeft de VVD-fractie de con
clusie getrokken dat de opvattingen van C.D.A.V.V.D.,
P.v.d.A. en D'66 over het in 1985 te voeren beleid niet wezen
lijk verschillen. Het blijkt dat het college op de huidige, bre
de politieke basis uitstekend in staat is de moeilijke beslis
singen voor te bereiden, die als gevolg van de benarde finan
ciële omstandigheden genomen moeten worden. De huidige politie
ke samenstelling van het college staat borg voor het beleid,
waarmee de raad in overgrote meerderheid kan instemmen. Het col
lege is meer college geworden, dat blijkt uit de notitie: "Twee
jaren in functie". Naar onze mening geldt, ook voor de fracties
die het college vormen, dat ze de afgelopen periode naar elkaar
zijn toegegroeid. Hoe zeer er ook verschillend wordt gedacht
over de politieke uitgangspunten, als het gaat om het nemen van
de voor het bestuur van de stad noodzakelijke beslissingen, dan
weten de collegepartijen elkaar te vinden. Het toespitsen van
meningsverschillen en het opblazen van tegenstellingen behoort
tot het verleden. Zo behoren fracties, die zich van hun verant
woordelijkheid bewust zijn, zich ook te gedragen. Onze samenwer
king met de fracties van het C.D.A. en D'66 is tot nu toe zon
der grote spanningen verlopen. Anders ligt dat met betrekking
tot de PvdA-fractieHet doet ons daarom bijzonder deugd te
kunnen vaststellen, dat de verstandhouding tussen onze fractie
en de P.v.d.A. sinds de vorige begrotingsbehandeling aanzien
lijk is verbeterd. De heer Martens is van mening, dat we hier
in Breda de eerste tijd zeker niet een studiegroep P.v.d.A.-
V.V.D. zullen krijgen. Het feit is dat hij zich onthouden heeft
van de reprise van de ongefundeerde aanval, die bij de vorige
begrotingsbehandeling op ons is gedaan. Wij zijn blij dat de
Pvd A-fractie uit die ruzie leer heeft getrokken en weer een
zakelijke, niet emotionele opstelling tegenover ons aan de dag
legt. Op basis van goede afspraken kunnen P.v.d.A. en V.V.D. op
locaal niveau uitstekend met elkaar samenwerken, mits beide par
tijen elkaar enige ruimte geven en elkaar niet voortdurend met
het programakkoord om de oren slaan. Er zal zich de komende
tijd ongetwijfeld nog tal van botsingen voordoen, zeker als de