23 JANUARI 1985
144
Blijkbaar hebben wij met onze opmerking over de centrale plan
ning de gevoelige snaar bij de wethouder geraakt. Dat was geen
opzet. Het is evenmin onze bedoeling aan de portefeuille midde
len en milieu een essentieel onderdeel te ontnemen en daarmee
tussentijds een verschuiving aan te brengen in de politieke
krachtsverhoudingen zoals die bij de collegevormen zijn vastge
legd. Wij zien de centrale planning vooral als een coördineren
de functie, die minder politiek gevoelig is. Deze zou daarom
uitstekend passen in de portefeuille van de burgemeester, die
van nature een coördinerende taak vervult. Het is best mogelijk
dat, zoals de wethouder heeft gezegd, centrale planning een dub
belfunctie vervult en daarom onmisbaar is in de portefeuille
middelen en milieu. Wij hebben daarop onvoldoende zicht. Wij
zouden het op prijs stellen als de notitie, waarover de wethou
der sprak, ter kennis van de raad zou worden gebracht. In af
wachting van deze notitie handhaven wij onze voorkeur voor toe
voeging van de centrale planning aan de portefeuille van de bur
gemeester. Wij hebben goede nota genomen van de opvatting van
het college, dat tussentijds geen wijziging in de portefeuille
verdeling moet worden aangebracht. Het is spijtig dat de wethou
der wonen, die doorgaans toch een grote creativiteit aan de dag
legt, niet weet hoe hij de, door ons gevraagde, beknopte knel
puntennota over de positie van het voetgangersverkeer moet aan
pakken. Ongetwijfeld deelt hij volledig onze bezorgdheid ter za
ke en zal hij daarmee in zijn beleid ook rekening houden. Over
de voorstellen inzake de stadsvernieuwing heeft de V.V.D.-frac
tie gisteren pas haar standpunt bepaald, vandaar dat in onze al
gemene beschouwingen daar niet op in is gegaan. Het ligt voor
de hand dat ook wij van harte met deze voorstellen instemmen.
Bijzondere aandacht willen we vragen voor de positie van het be
drijfsleven, met name voor het midden en klein bedrijf. Het is
naar onze mening van levensbelang voor het welslagen van de
stadsvernieuwing dat de kleinschalige bedrijvigheid in de stads
vernieuwingsgebieden behouden blijft. Wij vragen ons met de Ka
mer van Koophandel in haar reactie van 16 januari jl. af, of de
subsidieverordening daarop wel voldoende is toegesneden. De ver
ordening legt sterk de nadruk op de woningverbetering. De passa
ge over de bedrijven in het preadvies, is wel uitermate beperkt
van opzet. In het Preadvies wordt op pagina 12 slechts toege
zegd, dat nader zal worden onderzocht of aan steunmaatregelen
voor het bedrijfsleven behoefte bestaat. Ik wil het college met
klem vragen de grootst mogelijke aandacht te geven aan het on
derzoek. De wethouder van Welzijn I heeft ons niet geheel over
tuigd met zijn uitleg over de vraag of de motie over subsidi
ering van de stichting jeugd en gezin al dan niet is uitge
voerd. Naar de letter is de motie uitgevoerd; daar heeft de wet
houder volkomen gelijk in. Naar de geest is de motie echter
niet uitgevoerd. Waar het ons vooral om gaat, is dat de raad
geen behoorlijke informatie over de afhandelende motie heeft ge
had. De bewuste circulaire van het rijk was, dunkt ons, goede
gelegenheid geweest om de raad op de hoogte te brengen. Dan wa
ren misverstanden voorkomen. De wethouder van welzijn II is er