23 JANUARI 1985 Het is belangrijk dat deze sector niet verdwijnt in het totaal van de welzijnsdienst en dat de nieuwe cultuuruitingen aan bod moeten komen. Het beleid ten aanzien van de popmuziek dient meer gestalte te krijgen. Wij zijn bereid de Kadernota af te wachten en onze motie tot daartoe aan te houden. Voor het jonge renbeleid staat er van alles op stapel, zegt de wethouder. Het lijkt ons een goed idee om de uitgangspunten van de nota jeugd- en jongerenbeleid op korte termijn in de commissie te bespre ken. Over het functioneren van de raad nog de volgende opmer king. De burgemeester maakt er zich naar onze mening gemakke lijk af door te zeggen dat de raad maar met voorstellen moet ko men en dat het college dan wel zal volgen. Hoe gaat men daar nu mee verder? Ik stel voor dat er overleg plaats vindt tussen de fractievoorzitters om het functioneren te verbeteren. Evalua ties worden naar onze mening niet voor niets gemaakt en wij zul len de zaken concreet moeten uitwerken. Tot slot wil ik iets zeggen in de richting van de oppositie. Wij kunnen best begrij pen dat er frustraties zitten. De opmerking over de verrecht- sing van de P.v.d.A. leggen wij naast ons neer. De P.S.P. moet deze opmerking wel plaatsen; anders heeft deze fractie links van de P.v.d.A. geen bestaansrecht. Hoe blij de P.S.P. is met een concurrerende linkse splinterpartij, zullen we zien bij de verkiezingen in 1986. Voor alle duidelijkheid: indien de oppo sitie komt met initiatieven die goed beargumenteerd zijn en bin nen de financiële kaders van de gemeente passen, zullen wij die constructief benaderen. Oppositie voeren zoals dat nu gebeurt, geeft geen ruimte en van gebakken lucht kunnen wij niet eten. De heer HENDRICKS D'66 stond, staat en zal in de toekomst staan voor een daad werkelijk democratische samenleving. Controle op de macht is daarbij een vanzelfsprekende zaak evenzeer als macht niet vies is. De "macht" om deze stad te besturen is ons door de burgers verleend en daaraan ontlenen wij onze legitimiteit. Dat bete kent tevens dat wij als bestuur midden in de maatschappij beho ren te staan en niet een opstelling behoren te hebben als zijn de een monopolist. Dus kunnen wij verwijdering, laat staan ver vreemding, van de B.O.M. niet permiteren, noch als professio nal, noch als amateur. Als ik de vorige keer voldoende tijd ge had zou hebben, zou ik daarmee geëindigd zijn. Maar dat is ook de reden geweest waarom wij in onze algemene beschouwingen zo veel tijd en ruimte hebben ingeruimd voor een grondigere analy se over het functioneren van deze raad in het bijzonder en het functioneren van raden in het algemeen. Wij vinden dat sleute len aan oplossingen zonder naar de oorzaken te kijken geen enke le zin heeft. Het model, zoals door ons uiteengezet in de eer ste termijn, komt naar onze mening tegemoet aan de fundamentele bezwaren, waardoor wij anders, telkenjare opnieuw, moeten con stateren dat we er nog steeds en nog lang niet zijn. Uw ant woord, dat ik met mijn eigen woorden samenvat als: "de raad kan het krijgen zoals hij wenst" heeft mij net als de heer Martens teleurgesteld. In eerste plaats hadden wij beter een notitie kunnen verwachten van het college waarin U de evaluatiebrieven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 149