17 JANUARI 1985
14
- kennis genomen hebbend van het regeringsstandpunt met betrek
king tot het landelijk energiebeleid, in het kader waarvan
een aantal locaties is genoemd dat in aanmerking zou kunnen
komen voor de vestiging van een kerncentrale;
- eveneens kennis genomen hebbend, dat Moerdijk behoort tot een
van deze mogelijke locaties;
- ervan uitgaande dat een definitieve aanwijzing zoals vermeld,
zal plaatsvinden middels de procedure van een planologische
kernbeslissing
- is van mening dat een zodanige beslissing maatschappelijk zo
breed als mogelijk dient te worden gedragen en dat de stand
punten voor en tegen zo goed mogelijk geargumenteerd moeten
zijn;
draagt het college op bij de rijksoverheid aan te dringen dat
op het moment dat onze gemeente tot een besluitvorming ter zake
wordt geroepen
a. bekend is welke inhoudelijke motieven het rijk hebben bewo
gen tot keuze van kernenergetische opwekking, met inachtname
van de resultaten van de zogeheten Brede Maatschappelijke
Discussie,
b. bekend is welke inhoudelijke gronden tot de vermelde locatie
keuze, in het bijzonder die van Moerdijk, hebben geleid;
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer TAKS
De raad aan de macht!
Met dat ideaal voor ogen hebben wij uitgezien naar de begroting
1985, de eerste begroting volgens de nieuwe comptabiliteitsvoor-
schriften. Van deze gewijzigde begrotingsopzetin samenhang
met de in gang zijnde reorganisatie van het ambtelijk apparaat,
hadden wij verwacht dat de raad meer dan tot dusverre financi
eel inzicht zou worden geboden. Daarvan is naar onze mening,
wat de thans voorliggende begroting betreft, in het geheel geen
sprake. Vanaf begin november zijn de raadsleden overstelpt met
rode, groene, bruin/grijze, witte en blauwe boekwerken. Dit pak
ket begrotingsstukken, samengesteld ter voorbereiding van de
commissiebehandeling, was even kleurrijk als ontoegankelijk.
Van een evenwichtige opbouw van de aangeboden informatie kon
nauwelijks worden gesproken. In de begrotingen zouden, zo was
toch het voornemen, vergelijkende cijfers van de begroting van
het vorige jaar en de rekening van het daaraan voorafgaande
jaar worden opgenomen. Slechts enkele deelbegrotingen beant
woordden in dit opzicht aan de verwachting. Bovendien ontbrak
in een groot aantal gevallen de beleidsmatige toelichting. Als
gevolg van deze gang van zaken verliepen de commissievergaderin
gen over de deelbegrotingen niet minder moeizaam dan in voor
gaande jaren. Pas enkele dagen vóór Kerstmis is het totale
pakket met de gedrukte begrotingsstukken in het bezit van de