23 JANUARI 1985 160 de bijstandsmaatschappelijk werker. Ik voel me in goed gezel schap omdat ik in onze algemene beschouwingen een opmerking ge maakt heb over de bijstandsmaatschappelijk werker en wat hij of zij zich zou moeten realiseren bij het nemen van beslissingen. Ik begrijp niet dat het de wethouder in het verkeerde keelgat is geschoten. Ik wist en ik weet waar ik over spreek. Ik weet dat de bijstandsmaatschappelijk werker beslissingen neemt als hij rapporteert en dat er beslissingen genomen worden door hem of haar als hij meldt wat relevant is, wat er gebeurt met ano nieme tips, welk waarde-oordeel men in rapporten naar voren brengt ten aanzien van samenlevingsvormen etc., dat heb ik be doeld. Ik neem aan dat ook de wethouder dat heeft kunnen lezen. In de commissie welzijn I heb ik uitdrukkelijk namens onze fractie gesteld, dat wij het een hele goede zaak gevonden hebben als werkers van de sociale dienst zich solidair verklaard zouden hebben toen er actie gevoerd werd in Breda rond het 1-juli-pakketDe moties zullen straks met stemverklaringen aan de orde komen, maar onze voorstellen op het terrein van zowel werken als ten aanzien van de sector welzijn I blijven recht overeind. De heer Crul zal nog een ander deel van onze fractie behandelen, met name de risico's. De heer CRUL Wethouder Van Dun is ingegaan op de zaak van de risico's. Maar ten Scharff heeft er ook over gepraat en nogal wat zaken tegen ons gezegd. Hij deed dat wat toneelmatig. Het was goed in scène gezet en ik denk dat als dat op het toneel was gebeurd er wel applaus gevolgd was. Wat dat betreft zat het goed in elkaar. Wij vinden het, wat de zaak betreft, te ernstig dat je het in wezen toch op deze manier naar voren brengt. Het is een zaak die de hele raad, ook het college en de burgers van Breda aan gaat. Burgers van Breda gaan er toch vanuit, dat er een goed be stuur hier in de raad zit, die zakelijk en politiek kwalitatief goed werk kan verrichten. Daarbij wordt natuurlijk het democra tisch en openbaar functioneren in acht genomen. De wethouder deed in zijn antwoord alles in overtreffende trap. Arrogantie, we suggereren zaken alsof er iets aan de hand is. Mevrouw Van Rooij heeft er ook al over gesproken. We handelen onverantwoor delijk. Opmerkelijk is daarbij dat hij toch in heel zijn betoog ernstige zorgen heeft over de situatie. De raad heeft dat bij voortduring tijdens deze beschouwingen ook naar voren gebracht. Als je dan een beetje uit de losse pols hoort als ant woord op de inbreng van Maarten Scharff, dat het misschien wel eens meer zou kunnen zijn als 100 miljoen, dan kun je je afvra gen of we juist bezig zijn en of je het op deze wijze allemaal wel aan de orde moet stellen. Wij vinden dat het op deze manier niet kan. Wij hebben in wezen niets gesuggereerd. Wij hebben vastgesteld dat er een zeer zorgelijke situatie is. Wij hebben gezegd dat wij naar oorzaken van dat falen zoeken, dat er inder daad naar onze mening ook is. Met arrogantie heeft dat niets te doen. De wethouder trekt de zaak vaak in het belachelijke en wij vinden dat zeker onverantwoordelijk. Een van de voornaamste opmerkingen die ik genoteerd heb, is dat wij een onbewijsbaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 160