23 JANUARI 1985 163 tijd ontheven achten om een exposé te geven van al datgeen wat vanmiddag besproken is. Mag ik het ineens samenvatten? Het is een heel moeilijk probleem. De conclusie is dat het een kwestie voor een groot gedeelte van vertrouwen is. Wij vinden dat wij op dat punt toch nog wat schreden te zetten hebben. Datgene wat tot nu toe in het overleg bereikt is, is toch iets wat ontmoedi gend. Ik wil het graag op 31 januari namens het college in de commissie verduidelijken. De heer Martens heeft gesproken over de brandweer. Ik heb er begrip voor dat hij het niet letterlijk heeft kunnen opschrijven toen ik het uitsprak. Letterlijk heb ik gezegd: "dit is een nuanceverschil, tevens wordt overwogen tot inschakeling van externe en voor alle partijen aanvaardbare deskundigheid. Het gaat niet over de persoon. Het moet aanvaard baar zijn of dat je iemand inschakelt die specialistisch is op het gebied van communicatietechnieken, of moet je iemand in een andere richting zoeken". Dat bedoelden wij daarmee te zeggen. Wij hadden het niet over de persoon, noch van de zijde van het gemeentebestuur, noch van de zijde van de leden van de medezeg genschapscommissie. Het gaat erom welke functie, welke functio naris met welke deskundigheid zou in staat zijn, van buitenaf, ons bij te staan in het oplossen van de communicatieproblemen die er zijn. Dat zijn de voornaamste. De heer MARTENS Even voor de duidelijkheid. Mag ik uit Uw woorden begrijpen dat daar nog geen beslissing over genomen is? De VOORZITTER Nee, ik heb ook gezegd: tevens wordt overwogen. Ik kan U zeggen dat in één van de komende vergaderingen een voorstel van p. en o. komt. Het college zal dienen te beslissen of wij daarvoor een extern bureau zullen gaan inschakelen. De beslissing is nog niet gevallen; het is een voorstel van de commissie. De heer MARTENS Hebt U dan, voordat die beslissing valt, het advies ingewonnen van de betreffende brandweermensen? De VOORZITTER Het voorstel is gekomen in de vergadering van de begeleidings commissie op 3 januari. Na lang praten en na het aanbieden van een bemiddelingsrol is o.a. door mij gezegd: is het niet ver standig om externe deskundigheid erbij te halen om met name op het terrein van de vertrouwenscrisis die hier bestaat, wat hulp en bijstand te verlenen. Dat werd door alle anderen onderschre ven. Wij hebben gezegd dat we dat niet toe kunnen zeggen tij dens de vergadering. We zullen dat voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders. Dat zal binnenkortgebeurenHet is dan aan hen om te beslissen wat er gaat gebeuren. De heer MARTENS Ik neem aan dat op een of ander niveau er toch nog eens over ge discussieerd kan worden. Ik vind het in deze bijeenkomst niet juist om daar dieper op in te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 163