23 JANUARI 1985 weet U ongeveer over wat voor zaken we praten. Het betekent ge woon, dat we er nog niet uit zijn. Wij gaan er vanuit dat het de gemeente als zodanig geen extra geld kost. Ik denk dat dat uit de onderhandelingen zou hebben moeten blijken. Tot de frac tievoorzitter van de V.V.D. wil ik het volgende zeggen. Ik zal bijna willen zeggen en geneigd willen zijn om het antwoord te zingen en om in dezelfde euforie van beoordeling te geraken als zijn V.V.D. collega's in dit college. Ik ben geneigd om dat voor het volgend jaar toe te zeggen. Hij vraagt toch in enige mate kritisch te kijken naar de discrepantie de opvatting van de fractie en van het college, in het kader van de zorgvuldig heid in de reorganisatie. Ik hoop dat ik het zover kan krij gen. In elke werkplaats, in de contacten die we hebben, in de structuur waarin we de reorganisatie willen voltrekken, dient er goede begeleiding te zijn. Voor zover die er niet is, moet die er komen. Het voltrekt zich niet direct in de sfeer zoals door U in Uw eerste instantie gezegd is. Aan de sociaal psycho logische sfeer, hebben de mensen in de werkplaatsen zelf niet al te veel behoefte. Wat wij proberen is juist in het kader van training en vorming in een aantal zaken de processen op te star ten. Ik hoop dat het lukt en dat het college in dit soort pro cessen voorop zal lopen. Over de financiële ruimte voor een interim-manager van de dienst welzijn het volgende. Ik ben blij dat de heer Taks in tweede instantie zegt: het is maar een voor beeld; wellicht is hij of zij helemaal niet nodig. We zullen kijken. Het punt waar het U om gaat is of er voldoende middelen aanwezig zijn voor de mensen die, of voor die organisatie bin nen de gemeente die het laatst aan de beurt zijn. Ik hoop dat ik die beeldspraak mag gebruiken. Ik vind het een kwestie van rechtvaardigheid en verplichting, dat de volgtijdigheid van de processen niet van invloed zijn op de beschikbaarheid der finan ciële middelen. Ik vind dat we met dezelfde maat gesneden heb ben. Dat voorrecht en die middelen moeten ook voor de laatste functies in dezelfde mate aanwezig zijn. Dat wil ik graag hard op tegen U zeggen. Over de centrale planning denk ik dat het een bron van onuitsprekelijke vreugde zal worden bij de porte feuilleverdeling in 1986, op welke leest die dan ook geschoeid moge zijn. De P.v.d.A. heeft geen opmerkingen in mijn rich ting. Ik herinner me slechte tijden. Ik vind het erg plezierig dat dat in ieder geval geen bron van vermaak hoeft te zijn. D'66 praat over een financieringstekort. Ik denk dat de woord voerder zich toch een klein beetje verspreekt. Breda heeft geen enkele moeite met een financiering. Het heeft geen financie ringsproblemen, want wat dat betreft kan de gemeente Breda als solvabele instelling altijd nog aan zijn betalingsproblemen als zodanig voldoen. Ik denk dat U waarschijnlijk iets anders be doelt. Het slot van de vraag is of we daar ruimhartig in de com missie over kunnen praten. Ik veronderstel dat we over hetzelf de praten. Ik denk dat U dat niet hoeft te vragen; dat moet ge woon. Het is nl. een van de ingewikkeldste problemen binnen het kader van de commissie middelen en milieu. Zijn er in het kader van de hug-knelpunten wellicht andere invullingen gegeven aan bepaalde hug-opdrachten? Het antwoord is ja c.q. waar schijnlijk wel, omdat het veld nogal ruim en breed is. Mijn 168

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 168