17 JANUARI 1985 16 voor het begrotingsjaar 1986, die over enkele maanden moet ver schijnen, niet al te hoog gespannen. Ook deze nota zal ongetwij feld alle feiten van een eerste proeve vertonen. Wij zien daar om vol belangstelling uit naar de volgende nota in de rij, de voorjaarsnota 1986 voor het begrotingsjaar 1987. De nota zal me de het kader kunnen aangeven voor de onderhandelingen over de collegevorming voor de raadsperiode 1986 - 1990, zeker als dan ook over een meerjaren-beleidsplan voor alle sectoren kan wor den beschikt. Inzicht in de hoofdlijnen van beleid op middel lange termijn door middel van enerzijds het financieel meerja renperspectief en anderzijds het meerjarenplan draagt bij tot versterking van de invloed van de raad. Kan het college nu al mededelen binnen welke termijn een dergelijk meerjarenplan voor alle sectoren kan worden tegemoet gezien? Als de raad op de zo juist geschetste wijze meer inzicht verwerft in de beleidsont wikkeling in samenhang met de financiële mogelijkheden, zal het voor de raadsfracties die na de verkiezingen in 1986 aan de on derhandelingstafel plaatsnemen, mogelijk zijn een programak koord te formuleren, dat niet alleen de richting van de beleids voornemens voor de periode 1986-1990 aangeeft, maar ook de mate waarin. Het college signaleert in de evaluatie van zijn functio neren (rapport Twee jaar in functie) terecht, dat het huidige programakkoord in dit opzicht een handicap vormt doordat indica ties van de kosten en een onderlinge rangschikking van de pri oriteiten ontbreken. Op grond van deze minder positieve ervarin gen met het programakkoord voor de lopende raadsperiode valt ze ker de door het college gesuggereerde mogelijkheid van ambte lijkheid van ambtelijke bijstand te overwegen, maar hoe daaraan vorm moet worden gegeven, staat uiteraard ter beoordeling van de toekomstige onderhandelingspartners. Naar onze mening op dit moment lijkt het het meest zinvol, dat de onderhandelende par tijen eerst in hoofdlijnen over het te voeren beleid overeen stemming bereiken en daarna de beleidsvoornemens met ambtelijke bijstand op hun financiële consequenties worden getoetst; ten slotte stellen de fracties, die het nieuwe college zullen vor men, de prioriteiten vast en schrappen zij onrealiseerbaar ge bleken verlangens. Een dergelijk programakkoord zal beter dan het huidige voor de coalitiepartners als referentiekader kunnen dienen. Overigens zijn wij met het college eens dat er op dit moment geen reden is in het programakkoord 1982-1986 wijzigin gen aan te brengen. De waardering die het college onzerzijds ten deel valt voor zijn streven om de raad door middel van de procedure van de voorjaarsnota meer greep op de beleidsvoorbe reiding te geven, strekt zich zeer bepaald niet uit tot de faci liteiten die de raad voor zijn werkzaamheden worden verleend. We hebben ons al eerder beklaagd over het teruglopend niveau van de dienstverlening. Alle mooie bedoelingen omtrent het ver sterken van de invloed van de raad zijn tot mislukken gedoemd, als de leden van de raad niet gelijkertijd in de gelegenheid worden gesteld van de geboden mogelijkheden ook effectief ge bruik te maken. De beëindiging van de postbezorging op het huis adres van de raadsleden staat een goede uitoefening van het raadslidmaatschap in de weg. Het lijkt erop, dat het college geen enkel begrip heeft voor de situatie, waarin raadsleden als deeltijdse bestuurders verkeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 16