23 JANUARI 1985 172 daarmede een oplossing is gegeven voor de industrie en haven- schapproblematiekEr is ook helemaal niets ingegeven, geen en kel standpunt en geen jacht op vierkante metersverkoop. Dat is zeker niet het geval. Over de bedrijvenparagraaf in de stads vernieuwing heb ik al gezegd - en ik wil het nog een keer bena drukken - dat collega Welschen en ik daar andermaal over gespro ken hebben. We zijn beiden bereid om het proces heel nauwkeurig te volgen. Wanneer mocht blijken dat het noodzakelijk is om een bedrijvenparagraaf in de stadsvernieuwingverordening op te ne men, zijn wij daartoe bereid. Wij zijn vooralsnog beiden van me ning, - net als het volledig college - dat we met dit afgespro ken instrumentarium redelijk uit de voeten kunnen. Op dit mo ment geven de signalen zoals die tot ons zijn gekomen geen en kele aanleiding om daar op dit moment wijziging in aan te bren gen. De heer DE BRUIJN Ik vraag me af hoe dit antwoord van de wethouder te rijmen is met zijn antwoord in eerste instantie. Hij zei toen, dat de regels volstrekt onvoldoende waren, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld de woningverbetering. Wethouder SANDBERG Dan halen we toch zeker twee zaken doorelkaar. Ik heb gesproken over de broedplaatsfunctie van een aantal kleine bedrijven in stadsvernieuwingswijkenDat moet goed georganiseerd worden. Ten aanzien van woningverbeteringsomgevingsplannen etc. was dat in het verleden door verordeningen wettelijk redelijk goed gere geld. Een aantal zaken die met kleine bedrijfjes verband hou den, is minder goed geregeld. Daar gaat het niet om. Het gaat om de nieuwe subsidieverordening, bedrijvenparagrafen en de Wet op stadsvernieuwing. Van de 19 subsidieregelingen die daar van uit het verleden werden geïncorporeerd, hadden er twee betrek king op bedrijven, nl. één voor de interimsaldoregelingwaar Breda geen gebruik van kon maken en één voor het verplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven. Ik zit bijna volledig op het terrein van collega Welschen. Daarvoor is een aantal voorzienin gen getroffen, die niet via die bedrijvenverordening tot stand hoeven te komen. We kunnen met de f 100.000,-- die erin zit plus de fondsen die elders, ook bij collega Van Dun, aanwezig zijn, in het verplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven uit de woonomgeving naar ons oordeel voldoende uit de voeten. Wanneer dat niet zo mocht zijn, dan hebben we de afspraak gemaakt bin nen het college, dat we dat zullen signaleren en met nadere voorstellen zullen komen. Met betrekking tot het onderwijsgeld en de aansluiting van het basisonderwijs en voortgezet onder wijs moet U zeggen, dat het de moeilijkheid aan ons geeft om te zeggen: hoe moet je dat nu specifiek aanpakken? Op dit moment weten we wel hoe we het moeten aanpakken. Er is geld voor. Die situatie doet zich niet voor. De heer Martens en ik vallen met elkaar over de verklaring: wat is nou specifiek openbaar onder wijsbeleid? Ik heb tegen de achtergrond van het programakkoord gezegd waaraan ik me, en uiteraard het college gehouden voelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 172