23 JANUARI 1985 174 de gelijkstellingsregeling ten aanzien van het bijzonder onder wijs. Het bedrag per leerling wordt hoger dan die van het open baar onderwijs. De bijzondere scholen krijgen weer meer geld. Wordt dat alleen uit deze pot betaald? Krijgt het bijzonder on derwijs dan niet dubbel? Wethouder SANDBERG Nee, ik denk dat we het nu precies over de merites van de crite ria met betrekking tot de verdeling hebben. Er staan twee din gen voor mij vast. Het bedrag is vastgesteld op maximaal f 60.000,--. Dat wordt al of niet door Uw raad ter beschikking gesteld. In de tweede plaats heeft een ieder die daar gebruik van wil maken, recht op een deel van die pot. Dat zijn de twee criteria. Het gaat er niet om dat als je dat op openbaar onder wijs doet, dat je het dan dubbel moet uitbetalen aan het bijzon der onderwijs. Dat zou natuurlijk zeer onrechtvaardig zijn. Dat zullen wij ook echt wel voorkomen. De heer Simons verwijt ons dat wij als gemeentebestuur onze verantwoordelijkheid ontlopen met betrekking tot de kernenergie. Ik heb heel duidelijk gezegd dat het er mij om gaat, dat op dit moment de verantwoordelijk heid elders ligt. Als wij straks tot die verantwoordelijkheid worden geroepen, zullen wij ons oordeel echt wel aan U geven. Als de heer Scharff denkt dat er met betrekking tot het gods dienstonderwijs iets gebeurt achter de schermen - hij heeft zelfs het woord koehandel in de mond genomen - dan moet ik dat heel nadrukkelijk tegenspreken. Het is het honoreren van een ge rechtvaardigde wens van een hele grote groep mensen, die wij U in overweging geven. Het is géén afbreuk aan welke vorm van openbaar onderwijs dan ook. Mevrouw Paulussen betreurt het dat ik niet heb toegezegd dat er een notitie over het drie-sporenbe- leid komt. Ik heb daar niets over gezegd. Ik wil nu heel nadruk kelijk zeggen, dat ik die notitie niet toezeg. Ik heb gezegd dat ik met betrekking tot het derde spoor, het spoor volstrekt bijster was. De utopie van volledige werkgelegenheid streven wij echt niet na. Wij zijn ook heel nadrukkelijk en bewust be zig, juist op de scheidslijnen tussen werken en niet werken, met vrijwilligerswerk, werken met behoud van uitkering, met scholingen en ervaringsprojecten. Ik denk dat U ons wat dat be treft niets kunt verwijten. De extra vergadering van de commis sie werken zullen wij zo snel mogelijk uitschrijven, op het mo ment dat we U daadwerkelijk nuttige informatie kunnen geven op basis waarvan we met elkaar kunnen discussiëren. Om nu een ex tra vergadering bij elkaar te roepen, heeft geen enkele zin. Wethouder WELSCHEN Het C.D.A. heeft gevraagd hoe we verder denken te gaan met het gemeentelijk woningbedrijf. Het geeft me de gelegenheid om het uitgangspunt van de hele operatie met het gemeentelijk woningbe drijf nog een keer duidelijk te onderstrepen. In onze optiek is een financieel gezond gemeentelijk woningbedrijf een van de be langrijkste welzijnsinstellingen in de hele stad. Op een moment zullen er wat moeilijke maatregelen genomen moeten worden naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 174