23 JANUARI 1985
176
meegenomen. Ik wil toch aangeven dat wij niet alleen met zes
stimuleringsgebieden werken in de binnenstad en de vijf stads
vernieuwingsgebieden. Renovatie en woonomgeving is ook gaande
in Belcrum, Heuvel, Haagpoort, Tuinzicht, Driesprong, Brabant
park, Biesdonk en Geeren-NoordIn Geeren-Noord gaat het zelfs
verder. Ik denk dat we langzamerhand de halve stad wel onder
bijzondere beheerssituaties hebben. Alleen de structurele aan
pak daarvan, een soort stadsvernieuwingsaanpakkan op dit mo
ment niet. De P.S.P. heeft geen nieuws gevonden, behalve iets
over leegstand. Ik denk dat de positie van de P.S.P. gruwelijk
duidelijk wordt. Ik vertel een aantal dingen die wel nieuw
zijn, veel werk kosten en die belangrijke effecten voor de stad
hebben. Een serieuze fractie in de raad erkent dat niet. We kun
nen dan niet goed functioneren. Ik zal proberen de informatie
in de commissie nog duidelijker te maken, zodat ook de P.S.P.
weet waar we mee bezig zijn. In de richting van de P.S.P. het
volgende. Die opmerking zult U mij wel gunnen. Ik zou de gerust
stelling willen geven dat ik me als P vdA-wethouder uitste
kend thuisvoel in dit programakkoord, in dit beleid en in dit
college. Ik wens hem toe dat hij ook in de positie komt dat hij
voor zijn kiezers echt iets kan doen. Dat is het voordeel van
de lijn die wij kiezen. Dat heb ik gezegd in de richting van de
gene die dat wel zal verstaan. Ik voel me persoonlijk genoeg on
derzocht
Wethouder RÖMKENS
Op de eerste plaats wil ik de C.D.A. bedanken voor het feit dat
ze achter het college staan en verder geen vragen aan mij stel
len. Ik mag daaruit concluderen dat ze dus ook achter het be
leid staan zoals dat door mij is gepresenteerd. In de richting
van de V.V.D. het volgende. Ik denk dat het weinig zin heeft om
nu op allerlei onderdelen over het al dan niet uitvoeren van mo
ties te gaan praten. Het is duidelijk de bedoeling naar de
geest van de motie te handelen. Ik ben het met de heer Taks
eens, dat als juist in het kader van een ingediende motie een
belangwekkende circulaire verschijnt, het een goede zaak zou
zijn geweest als tegen die achtergrond die informatie zou zijn
verstrekt. Ik denk dat wat dat betreft het aantal moties zich
deze keer zal beperken. Voor zover het in mijn vermogen ligt,
zal daar zeker aandacht aan geschonken worden. Ik hoop dat ik
daarmee mijn bedoeling voldoende heb duidelijk gemaakt. Ik ben
blij dat de P.v.d.A. erkentelijk is voor de beantwoording van
niet gestelde vragen. Zo gaan wij met elkaar om. De P.v.d. A.
heeft dan nog twee opmerkingen nl. met betrekking tot de sub
sidiëring van het A.T.D. Ik heb de vorige keer in mijn eerste
termijn duidelijk gemaakt wat de argumentatie is geweest om al
thans in meerderheid door ons college deze motie te ontraden.
Dat heeft niets te maken met de erkenning van de werkwijze van
het A.T.D. Het heeft alles te maken met een algemene situatie.
Ik heb heel eerlijk gezegd, dat juist het handhaven van de werk
wijze van het A.T.D. het ook erg moeilijk maakt vanwege de in
tensiteit om door de algemene instellingen deze cliënten ook
volledig over te nemen. De P.v.d.A. en ook alle anderen hebben
gelijk, dat een aantal van de cliënten nadrukkelijk binnen de