23 JANUARI 1985 180 Daar komen wij nog op terug. Het fenomeen inspraak bij de jon geren is erg moeilijk. Men wil wel praten; men wil het ook vaak gisteren gerealiseerd hebben. Daarbij doe ik geen recht aan de inititatiefnemersmet name uit de OosterzelestraatDie groepe ring jongeren heeft geschreven: wethouder, wij zouden best voe len voor een platform. Er zijn al jongeren begonnen met het leg gen van contacten met andere jongerengroepen. Hoe ver bent U daarmee? Wij hebben onze hulp daarbij aangeboden. Wij hebben daarbij ook gezegd, dat wij dat zien zitten. Vanuit de contac ten en het periodiek overleg wat wij hebben met de contactcom missie gemeenschapshuizen zitten hier goede ingangen om over dat totale beleid te praten, niet alleen maar achteraf te in formeren, maar zelfs vooraf. Zaken die wij ook met de contact commissie gemeenschapshuizen doen, zodat men weet waar we mee bezig zijn. Over de cultuur heeft de heer Martens het boete kleed aangetrokken. Dat siert hem niet, want de heer Martens is geen cultuurbarbaar. Ik wil dat bij deze gewoon zeggen. Als ik de heer Martens namens zijn fractie hoor zeggen, dat nieuwe cul tuuruitingen aan bod dienen te komen, dan vindt hij ons, zijn college, aan zijn zijde. Dat is iets wat een cultuurbarbaar nooit zou zeggen. Hij is daarbij ook zo reëel om te wachten tot dat de Kadernota komt en dan te zeggen ik wil die doelstellin gennota van de sector Welzijn, die Kadernota van de hele ge meente. Daartegenover wil ik afwegen of we nu al nieuwe activi teiten moeten opstarten of moeten we de zaken die we hebben, op zadelen. Als we zaken moeten doen, waar moet het geld dan van komen? Zo heb ik het geproefd; zo heb ik het geprobeerd te ver talen. Dit is ook in de richting van de heer Scharff. De heer Scharff zegt: wethouder, neem nou die motie aan, dan heb je wat. De heer Scharff spreekt echter gelijktijdig over de geloof waardigheid in de politiek. Ik denk dat de heer Scharff daaraan onrecht doet. Ik heb een motie, die zegt: wij reserveren gelden voor een popcentrum, zonder dat we weten wat dat kost aan kapi- taalslasten, exploitatielasten en beheer. De heer Scharff uit zijn visie sprekend; hij praat altijd over kleinschaligheid, terwijl ik weet dat de popgroepen een grootschalig popcentrum willen. Ik denk dat we dan ook volledig verkeerd bezig zijn. Het lijkt mij toch beter om te wachten op de Kadernota. Collega Römkens heeft reeds gesproken over onze grote teleurstelling, dat wij niet meegespeeld hebben in de loterij. Ik moet U zeggen waarom. Ik wil daar niet teveel tijd aan besteden. Ik denk dat de prijs al bij voorbaat vast stond en dat daarnaar toegespro ken moest worden, want ik mocht wat langer wachten. Ik heb gele zen dat de P.S.P. 520 regels aan de algemene beschouwingen heeft gewijd. Daarin stonden 10 regels voor cultuur en daar stonden een aantal zinnige zaken in. U zou gezegd kunnen heb ben: wij zullen altijd.... De heer SIMONS U kunt goed lezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 180