28 JANUARI 1985
203
j verslag bestuurscommissie s.a.d. d.d. 11-10-1984:
k. overzichten van de krachtens delegatie genomen besluiten.
De heer CRUL
Betreft punt A.a. de brief van de heer Grasveld. Wij hebben ook
een brief van de heer Grasveld ontvangen, net als waarschijn
lijk alle fracties. Wij vragen ons af of het niet mogelijk zou
zijn om gezamenlijk een antwoord aan de heer Grasveld te doen
toekomen
Wethouder VAN DUN
Ik wil niet persé formeel zijn, maar het lijkt me wat moeilijk
dat het college de brieven die gericht zijn aan de fracties be
antwoordt en de fracties de brieven die gericht zijn aan het
college beantwoordt. Ik acht het niet uitgesloten, dat het 2
verschillende brieven zijn. Overleg is niet nodig. Er staat bij
de stukken die ter visie liggen, dat de correspondentie van de
heer Grasveld vertrouwelijk ter visie ligt bij de gemeentesecre
taris. Daar is tot dusver, volgens mijn informatie, door nie
mand gebruik van gemaakt. Wellicht is het verstandig om daar
eerst te gaan kijken. Mag ik die suggestie doen?
De VOORZITTER
Kan de raad zich daarmee verenigen?
Akkoord
362. HET RECREATIEDEELPLAN BREDA-ZUID (VA) (1984)
Mevrouw W0UTERS-K00TSTRA
Dit plan past binnen het Bredase beleid, dat openluchtrecreatie
zo dicht mogelijk bij de woonomgeving dient plaats te vinden en
dat alleen in de voorwaardenscheppende sfeer regelend wordt op
getreden. Dit dient op zo'n manier gerealiseerd te worden dat
overlast voor andere belanghebbenden in dit gebied voorkomen
wordt. Gevaarlijke situaties voor gebruikers dienen vermeden te
worden, waarbij deze gebruikers wel in de gelegenheid gesteld
moeten worden een eigen invulling aan hun recreatieve behoeften
te geven. Spreiding van mogelijkheden voor diverse vormen van
dagrecreatie is noodzakelijk om de huidige knelpunten aan de
noordzijde van het Mastbos op te lossen. Afhankelijk van de ge
boden voorzieningen zullen zones van meer en minder intensief
gebruik ontstaan en dat is uit oogpunt van openluchtrecreatie-
beleid een goede zaak. Er dient echter ook afstemming plaats te
vinden op het gebied van natuurbeheer en landbouwkundig ge
bruik. Met de belangen van mensen die in dit plangebied wonen
en werken zal dus uitdrukkelijk rekening gehouden moeten wor
den. Dit beleid dient zeker te passen in de in procedure zijnde
ruilverkavelingsplannen. Het mag niet door nu op tafel gelegde
claims daarop belemmerend kunnen gaan werken. In het Galderse
Merengebied, oorspronkelijk niet voor recreatie bestemd maar
spontaan daarvoor in gebruik genomen, zal dus voor een verant
woord gebruik en de veiligheid van de recreanten een aantal
maatregelen genomen moeten worden. De in dit plan genoemde voor
stellen zijn omvangrijk, maar over een aantal jaren gespreid.