28 JANUARI 1985 207 geen lintje; dit met name in verband met de verder gaande toe name van de tot nu toe spontane recreatie. We zijn wel met het college van mening dat er iets moet gebeuren. Ik wil enkele kor te punten aanstippen uit het programma. Allereerst, anderen heb ben er ook op gewezen, is het onderdeel van het plan geheel af hankelijk van de mogelijke of onmogelijke ontgronding. Wij heb ben het gevoel dat we daar weinig zeggenschap over hebben in verband met alle concessies die er liggen. Het is ook afhanke lijk van de medewerking van de bedrijven, waardoor het reali teitsgehalte van het hele plandeel duidelijk wordt. Anders zijn we geen goed recreatiegebied aan het maken, maar een recreatie gebied op drijfzand. Een tweede punt waar we wat problemen mee hebben, is dat de inrichting gebaseerd is op een nu niet zo'n groot aantal bezoekers. Ons inziens is dat op zich wel begrijpe lijk, gelet op het draagvlak van het gebied. We vragen ons af hoe een en ander te beheersen is op topdagen, met druktes zoals we de afgelopen jaren hebben kunnen zien. Wij zijn bang dat er dan een geweldige puinhoop zal gaan ontstaan. In verband daar mee vragen wij ons af wat we moeten d^en rit de prioriteitstel ling zoals is aangegeven voor de te treffen maatregelen. Wij zijn er uiteraard van overtuigd, dat de aangegeven prioriteiten richtinggevend zijn voor nader beleid. Met de kredietvoorstel- len zal nog nadere invulling gegeven moeten worden. Wij willen ons dan ook niet definitief vastleggen op deze prioriteitstel ling. Op het moment dat de raadsvoorstellen naar ons toekomen voor de kredietvotering zullen we bekijken welke knelpunten op dat moment het meest reëel zijn en welke zullen moeten worden aangepakt. Dat heeft ook weer te maken met wat de heer Grosfeld en mevrouw Wouters gezegd hebben inzake de termijn waarover het plan gaat. Het is geen vaststaand plan en we moeten het regelma tig evalueren. Ik zou me kunnen voorstellen dat dat gebeurt op het moment dat een jaarlijks plan voor verdere investeringen naar ons toe komt. Wat de gemeente Rijsbergen betreft, zou je langzaam en zeker kunnen gaan denken aan een kleine grenscorrec tie, maar dat zou wat problemen kunnen geven. Misschien moet je die richting uit gaan op het moment dat een goede invulling van het plan is gekregen. Ik weet niet of daar wel eens over gespro ken is. Tot slot inzake de relatie naar de zwembaden zoals die door het C.D.A. is gelegd het volgende. De CDA-fractie con cludeert dat er op een dag wat vraaggesprekken zijn geweest en dat daaruit een conclusie is getrokken. Ik mag uit de woorden van de woordvoerster van het C.D.A. concluderen, dat zij een conclusie trekt. Ik vraag me wel af op basis waarvan zij dat doet. Dat is mij volstrekt onduidelijk. De heer SCHARFF Ik heb bij het bekijken van dit recreatieplan eigelijk meer de zaak benaderd vanuit de milieu-aspecten die aan het plan verbon den zijn. Op een aantal plaatsen in het rapport wordt daar ook aandacht aan besteed, met name op de bladzijden 22 en 2kAls ik dan het uiteindelijke voorstel naast de constateringen leg die ook in het rapport gedaan worden, dan moet ik toch tot de conclusie komen, dat de milieu-aspecten van het hele plan erg weinig meegewogen hebben in de uiteindelijke vaststelling van de bestemmingen. Ik zou er een tweetal punten graag uit willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 207