28 JANUARI 1985 218 woonruimte is afgenomen als gevolg van de stagnerende doorstro ming. Onder de huidige omstandigheden kan aan de voorziening in de gestegen behoefte slechts in beperkte mate een bijdrage wor den geleverd door nieuwbouw. Gelet op de bestaande woningvoor raad is de jaarlijkse toevoeging van goedkope nieuwe woonruimte aan de voorraad niet anders dan van relatief beperkte beteke nis. Ga maar na. Op het totaal aantal woningen in de voorraad van Breda van ruim 44.000 voegen we er in de komende jaren am per 1 .000 gesubsidieerde woningen per jaar aan toe. Dit is een groei van niet meer dan 2 a 3Ï per jaar. Hieruit blijkt dat in de behoefte aan goedkope woonruimte, met name zal moeten worden voorzien door middel van een doelmatig en eerlijk gebruik van de bestaande woningvoorraad. Ingaande op de rol van de gemeente op het terrein van de verdeling van deze woningvoorraad, is het C.D.A. van mening, dat de bemoeienis van de gemeente beperkt dient te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de op lossing van de zojuist door ons gesignaleerde problemen. Voorko men moet worden dat door een actief ingrijpen van de gemeente de werking van het mechanisme van vraag en aanbod op de woning markt teveel aan banden wordt gelegd. Een zodanig ingrijpen houdt in de eerste plaats een beperking in van enerzijds de be schikkingsvrijheid van de eigenaren van woningen en anderzijds het recht van de burgers zich te vestigen in de woning van zijn of haar keuze. De gemeente dient deze rechten van onze Bredase burgers zoveel mogelijk te respecteren. Naar de mening van het C.D.A. dient een actieve rol van de gemeente op het terrein van de woonruimteverdeling zich dan ook uitsluitend te richten op die gevallen, waarin de vrije werking van het marktmechanisme ertoe leidt, dat bepaalde groepen van woningzoekenden verstoken zouden blijven van passende woonruimte. Ofwel de gemeente dient zich alleen actief in te laten met die signalen uit de woning markt waar de vraag, door met name minderdraagkrachtige woning zoekenden, groter is dan het aanbod. Door U wordt voorgesteld de reeds genoemde politieke relevante vragen als volgt te beant woorden. Ten eerste: het vergunningsvereiste niet van toepas sing te laten zijn op de door de eigenaar te bewonen woningen. Ten tweede: de huurprijsgrens vast te stellen op f 650,-- per maand inclusief subsidiabele servicekosten. Een en ander wordt in Uw voorstel uitgebreid gemotiveerd. In deze motivatie kunnen wij ons vinden. Derhalve kan dit onderdeel van Uw voorstel op onze steun rekenen. Politiek relevant zijn naar onze mening ook de door U voorgestelde voordrachtregeling en de zogenaamde ver- gunningsverleningscritera. Vooropgesteld wordt door ons dat wij in principe niet overlopen van enthousiasme als het gaat over voordrachtregelingen. Immers met deze regelingen kan de grens van de beschikkingsvrijheid van woningeigenaren te gemakkelijk overschreden worden. Toch zal de CD.A-fractie ook dit onder deel van Uw voorstel steunen, nl. om de volgende redenen. Ten eerste: voordracht is beter dan vordering. Ten tweede: de voor drachtregeling geeft de mogelijkheid om met name in de schaarse gevallen vooraf sturend op te treden. Ten derde: de voordrach tenregeling sluit niet uit dat de beheerder met een zogenaamde eigen kandidaat kan komen. Ten vierde: de voordrachtenregeling geeft een betere beheersing van de onderkant van de vraag naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 218