L
28 JANUARI 1985
226
;r- De heer SIMONS
de Nee, wij maken een kostenplaatje en eveneens een kosten-baten-
en analyse. U kijkt alleen maar naar een kostenanalyse
de
>or De VOORZITTER
.jk Mijnheer Simons, zou U zich tot de voorzitter willen wenden met
itUw betoog.
te
de De heer SIMONS
:ou 0, U voelt zich uitgesloten.
/at
Iij De VOORZITTER
in, Ja, ik voel me zo eenzaam als U tot elkaar praat.
:en
ran De heer SIMONS
,ie Dan zal ik even bijdraaien.
lie Op zich vinden wij het invoeren van de Woonruimtewet een goede
;en zaak. Ik denk dat een eerlijke verdeling van de beschikbare
de woonruimte noodzakelijk is. Met name vind ik, dat de kansen
>ok voor minderdraagkrachtigen en minderheden erg van belang zijn.
ïen De willekeur die er nu is, moet zo snel mogelijk verdwijnen,
de Toch hebben wij enkele kanttekeningen, met name de 50/6-claira
Wij vragen ons af of dat niet erg weinig is. Wij hopen dat dat
via evaluatie duidelijk gemaakt kan worden. Wij zien ook proble
men in de steekproefsgewijze controle op leegstand. Op zich kan
iar het nooit tot een effectieve controle leiden, als één ambtenaar
ok het werk moet doen. Ik denk dat we meer moeten gaan praten over
ch toevalstreffers. Misschien kunnen er wat aanvullende maatrege-
rie len genomen worden. Ik denk met name aan het stimuleren om de
ge mensen uit Breda meer bij dit beleid te betrekken. Dat zou bij-
in- voorbeeld een oproep kunnen zijn om leegstand te melden of een
en kopie van de huuropzegging aan de gemeente te sturen. De gemeen-
iij te weet dan van twee kanten dat er leegstand aan zit te komen
iet of waar een huuropzegging gedaan is. Een ander punt waar wij op
•d, zich geen duidelijkheid over hebben, is het volgende. Wat doe
ran je met woonvergunningen voor vrouwen uit opvangtehuizen, zoals
de blijf van mijn lijfhuizen? Zij hebben noch een economische noch
;e- een sociale binding met Breda, als zij nog nooit in de stad ge
woond hebben en er geen werk hebben. Het moet mogelijk zijn,
dat er voor de vrouwen die zich in de stad, waar ze op dit mo
ment verblijven, niet veilig meer voelen, een opening is om in
s- Breda te komen wonen. Kunt U daar enige duidelijkheid over ver
e- heel, maar het is de vraag of die daar voor geschikt is. Daar
over had ik graag wat duidelijkheid. In de commissievergadering
is wat verwarring ontstaan rondom de eerste huurder. U heeft,
dacht ik, toegezegd dat de eerste huurder in het vervolg direct
ig- onder de Woonruimtewet onder het toewijzingssysteem zou val-
missievergadering aanwezig. Een ander probleem betreft de ver
gunningen die verleend gaan worden bij verbouwen. Een belang
rijk punt van verbouw is, dat met name bij woningen die onder
n- de Woonruimtewet vallen, rekening moet worden gehouden dat bij
de verbouwing de huurgrens niet zodanig omhoog gaat, dat de wo
ningen boven de Woonruimtewetgrens komen te vallen. Mocht dat
ten schaffen? Er zit op zich een ontsnappingsclausule in het ge-
:r- len. Heeft U dat niet gezegd? Ik was namelijk niet in die com