28 JANUARI 1985 230 toch zijn politieke dimensies verliest. Dit wordt terecht door de V.V.D. als zodanig aangevoeld. Over de koopsector is al ge sproken. Ik vind het loslaten vanuit de woonlastenbenadering, die in het eerste voorstel zat, ontzettend jammer. Ik heb daar in de commissie ook geen goede argumenten over gehoord, behalve dat er op het ogenblik geen schaarste zou zijn. Daar is de heer Simons al uitgebreid op ingegaan. Bij het volgende punt zou ik een voorbehoud willen maken. Er wordt een relatie tussen de Woonruimtewet en het kraken gelegd. Ik zou graag willen weten in hoeverre de conclusies van de heer Crul nu juist zijn. Geldt dat alleen voor dat gedeelte van het woonruimtebestand, dat ook effectief onder die wet valt? Daar ligt voor mij wel een soort onlosmakelijk verband. Wethouder WELSCHEN De meeste vragen die gesteld zijn, hebben betrekking op het stuk wat we nog niet rond hebben en over de voorbereidingswerk zaamheden. In de commissie hebben we die ook duidelijk gepresen teerd als vooroereidingswerkzaarahedenWe willen daar een maand of vier voor nemen. Het is niet mijn gewoonte, maar ik wil een aantal vragen niet beantwoorden. Ik denk dat het veel beter is dat we zorgvuldig naar de voorbereiding van die vragen kijken en dat we dan zelf laten zien hoe de uitwerking uitpakt. Dat is niet om onelegant te zijn tegen een aantal mensen die echt uit- werkingsvragen hebben gesteld, maar eigenlijk veel meer omdat wij die afspraak met elkaar hadden gemaakt en ik me daar ten minste aan wil houden. De heer De Zwart heeft een verhaal gehou den, wat ik niet zou kunnen houden, maar waar ik prima mee kan leven. Wat dat betreft denk ik, dat er in nuanceringen verschil len zijn, maar in de uitkomsten zeker niet. De twee belangrijk ste vragen van hem zijn: hoe staat het op dit moment met de sa menwerkingsovereenkomst met de S.W.B. en hoe zit het straks met de evaluatie waarin onder meer de kosten maar ook andere zaken moeten worden bekeken. Ten aanzien van de samenwerkingsovereen komst met de S.W.B. vind ik het eleganter om die zaak echt vol ledig uit te praten. Ik heb daarom het college voorgesteld om niet afgelopen woensdag een voorstel te behandelen, maar eerst nog een gesprek met de S.W.B. over drie niet al te moeilijke punten te houden. De S.W.B. wil nog een gesprek hebben, alvo rens we de zaak helemaal afronden en naar de raad komen. Ik hoop dat de overeenkomst met de S.W.B. op 7 februari in de raad kan. Als dat niet kan wordt het 25 februari. Er zitten geen pro blemen in die onoverkomelijk zijn. De heer Bokkelkamp heeft er een paar genoemd. Ik wil er straks nog wel even op terugkomen. Er is gevraagd om een evaluatie zowel van de kosten als van het systeem. Die toezegging is in de commissie ook gedaan. Ik vind dat we in feite de SWB-methodiekmaar dan wat uitvoeriger, moeten volhouden. Dat betekent dat we steeds weer zullen moeten bekijken of dat de situatie wijzigt en of de wijzigende si tuatie betekent dat we of in de sfeer van verordeningen of in de sfeer van het bereik van verordeningen zaken moeten aanpas sen. Die toezegging heb ik van het begin af aan gedaan en die wil ik ook gestand doen. Het is nog steeds de bedoeling om een doel effectief te bereiken en niet om, wat de heer Scharff zei, iets te gaan doen vanuit de gemeente, wat duidelijke politieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 230