28 JANUARI 1985 234 nog op terug komen. De argumenten om koopwoningen niet mee te nemen, heb ik geprobeerd aan te geven. Ik heb de indruk dat we elkaar daar niet zo best van kunnen overtuigen. De drie frac ties P.S.P., P.P.R., P/C hebben de punten eigenlijk genoemd. De P.P.R. heeft ook gezegd, dat het allemaal pragmatisch is en heeft gevraagd of we het niet anders zouden kunnen doen. Ik denk dat alle praktijkvoorbeelden die gelden, alleen nog als aanvulling kunnen worden gegeven bij dit hele systeem. Wij zien de laatste tijd dat goedkope woningen worden gekocht door men sen die op dit moment in zeer dure huurwoningen zitten (f 720, f 730,--, f 740,-- per maand). Zij verdienen nu nog met zijn tweeën. Ze willen een gezin gaan stichten en kopen nu een eenge zinswoning. Het is niet zo'n groot aantal, maar het gebeurt. Als je diezelfde mensen in het huidige verdelingssysteem zou brengen, zouden ze dat niet kunnen. Ik denk juist vanuit een op tiek van woonlasten, dat hun situatie over twee jaar echt an ders zal zijn. Het is heel reëel om dat wel toe te staan. Ik vind het dan niet terecht, wanneer we op dit moment zien dat die koopmarkt beperkt functioneert en waarin we dit soort voor beelden zien, om daar extra belemmeringen aan te gaan geven. Je kunt dan zeggen: maak hem slapend. Dat heeft U in de commissie ook gezegd; dat is één methode. Je gaat er dan van uit, dat je toch binnen een aantal maanden, een jaar, een andere situatie krijgt. Je kunt zeggen: lever maar in, want de eerste tijd ver wachten we niet dat daar een drastische wijziging in komt. Dat laatste hebben wij op grond van de beschikbare gegevens afgewo gen. Dat betekent tegelijk dat er een mijn nog onbekend amende ment is aangekondigd. Dat gaat over het wel opnemen van koopwo ningen. Aangezien dat feitelijk dwars tegen het verhaal van het college ingaat, dien het op zich niet overgenomen te worden. Dan kom ik op het verhaal van de heer Crul. Hij zegt dat je al le mogelijkheden telkens moet bekijken of proberen ze optimaal toe te passen. Hij evalueert ieder keer weer die woningmarkt. Ik wil in de richting van de heer Crul zeggen, dat de evaluatie is zoals we die bij de S.W.B. doen. We willen die ook doen in de richting van de Woonruimtewet 1947. Die is duidelijk. U zult volgende maand een uitvoerig boek krijgen over de S.W.B.- zaken. Ik denk dat we kunnen voldoen aan wat U vraagt. Als ik de motie letterlijk lees, dan wordt er een aantal zaken genoemd in de richting van evaluatie. Zou een uitbreiding zin gehad heb ben? Zou het de situatie verbeteren? Ik zou echt willen vragen om de eerste evaluatie af te wachten. Wij hebben met elkaar af gesproken dat we zouden werken vanuit schaarste. Aangegeven zou worden waar de schaarste zit, met de bereidheid daarop aan te passen. Ik denk dat dat in de evaluatie naar voren komt. Dat is toegezegd. U hoeft ons dat niet per motie te vragen. Een aantal fracties heeft een opmerking gemaakt over krakers. Het moet dui delijk zijn, dat wij geen krakersjacht gaan houden. De bedoe ling is uitdrukkelijk om te zeggen: het vergunningensysteem be tekent één zaak meer, waar een aantal mensen aan moet voldoen, zeker als ze in woningen gaan zitten, die in het uitgebreide be stand horen. Wij zullen ongetwijfeld optreden wanneer zich daar krakers in presenteren. Ze gaan er dan uit. Wij hebben ook ge zegd hoe het verhaal van illegale bewoning zit. Als het gaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 234