28 JANUARI 1985 9. VASTSTELLEN VAN DE SUBSIDIEREGELS PEUTERSPEELZALEN. (R) De heer SIMONS Ik heb slechts een paar korte opmerkingen, want in de commissie vergadering is dit uitgebreid aan de orde geweest. Wat me in de verordening opvalt, zijn de minimaal vereiste openingstijden. Ik vraag me af of de 2 dagen per week gedurende twee aaneenge sloten uren, dus totaal vier uur per week, niet erg weinig is om iets tot peuterspeelzaal te bombarderen. De leeftijdsgrens die aangegeven wordt, is ook een belangrijk punt. De leeftijds grens staat op twee tot vier jaar. In de commissievergadering heeft Kees Dek van D'66 de koppeling met een nieuwe Leerplicht wet naar voren gebracht, waarin de leerplichtige leeftijd om laag wordt gebracht van 6 jaar en 9 maanden naar 5 jaar. Dat zou op zich een prima aanleiding zijn om te kijken of de leef tijdsgrens van vier jaar niet omhoog getrokken kan worden naar 5 jaar. We denken namelijk dat de periode van één jaar best overbrugd zou kunnen worden via de peuterspeelzaal. Ik denk dat het voor kinderen best belangrijk kan zijn om een jaar lang in een vertrouwde omgeving te zijn. Verder blijft die onderkennis altijd een discutabel iets. Sommige peuterspeelzalen hanteren die onderkennis op dit moment wat flexibel. Ik hoop dat die ruimte aanwezig blijft. Een ander punt is de maximale tijd, dat een kind per dag op een peuterspeelzaal mag blijven, momenteel maximaal vier uur per dag. Kunt U mij daar de achtergrond van verklaren? Op zich is me dat niet helemaal duidelijk. In de com missievergadering heb ik al gezegd, dat in de verordening aange geven staat, dat er minimaal 10 kinderen in de groep moeten zijn. Er wordt geen maximum aantal aangegeven. Ik denk dat voor een verantwoord beleid ook een maximum aantal belangrijk kan zijn. U heeft in de commissievergadering daarover geen enkele toezegging gedaan en op geen enkele wijze tegemoetgekomen aan de zeggenschap c.q. inspraak die de ouders krijgen. Er staat in de verordening vaag omschreven, dat ze op zich in het bestuur kunnen zitten met eventueel een zetel. Als ze zelf vinden dat ze goed vertegenwoordigd zijn, dan mag het ook op een andere ma nier geregeld worden. Ik vind dat zeer minimaal. Ik zou er in ieder geval op aan willen dringen, dat ten minste één lid van het bestuur behoort tot de groep ouders, omdat anders de indi recte vertegenwoordiging toch wat onduidelijke lijnen gaat ge ven Mevrouw PAULUSSEN Het is een goede zaak dat er samenhang gebracht wordt tussen de diverse vormen van kinderopvang nl. de peuterspeelzalen en kin derdagverblijven. In de commissie hebben wij ook gepleit, dat er vanuit de kinderopvang contact zou moeten zijn in de wijken met het basisonderwijs om openingstijden etc. op elkaar af te stemmen. Het is een goede zaak, dat er een aanbod komt, dat voorziet in de behoefte van ouders, verzorgers en kinderen. Het preadvies constateert terecht, dat het één groot geheel is. Het terrein van de kinderopvang is een werkveld, waar duidelijk een 238

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 238