28 JANUARI 1985 239 afstemming moet zijn tussen de diverse vormen, ook op finan cieel terrein. Dat vraagt een nieuw tarievenbeleid en een wijzi ging van de subsidiecriteria. U kunt stellen, dat het tarieven beleid zodanig moet zijn bij de peuterspeelzalen, dat met name ook de lagere inkomensgroepen voldoende gebruik kunnen maken van deze basisvoorziening. Als je de tarieven zodanig stelt, dat de lagere inkomensgroepen er bijna niet of in onvoldoende mate gebruik van kunnen maken, is dat in conflict met het be grip basisvoorziening. We zijn blij dat de bijdrage naar draag kracht nu in het tarievenbeleid voor de peuterspeelzalen is op genomen. Alleen vinden we het jammer, dat er toch geen goede af stemming is tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De netto gezinsinkomens in de tabellen voor beide vormen van kin deropvang zijn niet gelijk aan elkaar. Met name de ouderbijdra gen op het terrein van de peuterspeelzalen zijn lang niet zo progressief als de tabellen van bijdragen voor de kinderdagver blijven. De twee laagste inkomensgroepen in de tabel van de peu terspeelzalen moeten als een kind vier eenheden gebruik maakt van een peuterspeelzaal, respectievelijk f 40,-- en f 54,-- be talen, terwijl in de tabel van de kinderdagverblijven het be drag van f 6,-- staat. Ik wil een motie indienen, mede namens de P.P.R. en de P.S.P., waarin wij het college verzoeken de ou derbijdrage voor peuterspeelzalen voor ouders en verzorgers met een bijstandsuitkering op hetzelfde niveau als de ouderbijdrage voor de kinderdagverblijven vast te stellen. Wij hebben de laat ste maanden herhaaldelijk in de raad tegen elkaar gezegd, dat de gemeente in het locale niveau erg weinig kan doen voor de bijstandsuitkeringen, voor de minima. Ik denk dat het op dit mo ment niet bij woorden gelaten kan worden, maar dat we hier wer kelijk iets kunnen doen. Je zou de bijdrage progressiever kun nen maken, net als bij de kinderdagverblijven. Ik denk dat je de lagere inkomsten die je krijgt voor de mensen die op een bij standsniveau leven, kunt compenseren door de hogere inkomens zwaarder te belasten analoog aan de kinderdagverblijven. Je zou de zaak ook anders kunnen bekijken. We hebben dat niet in het amendement verwerkt. Je kunt zeggen dat je het tweede kind wat nu gebruik maakt van de voorziening in de laagste schaal, in een progressievere schaal naar voren brengt. Dat zijn twee moge lijkheden die we aan het college meegeven om de inkomstenkant te garanderen. Tot slot een opmerking die aansluit bij het be toog van de heer Simons nl. de inspraak en medezeggenschap van ouders. Wij hebben de indruk dat de tekst die hier gevonden is, terecht is opgesteld in overleg met de federatie voor peuter speelzalen. Er bereiken ons geluiden, dat met name de besturen van de peuterspeelzalen met deze formulering niet zo gelukkig zijn. Ten aanzien van inspraak en medezeggenschap willen ze rechtstreeks in het bestuur vertegenwoordigd zijn. Wij vinden het jammer, dat de wethouder de definitieve regeling niet heeft meegenomen vanuit de commissie. Als dat op dit moment nog niet gebeurt, zullen wij dit geval heel kritisch blijven volgen en er te zijner tijd in de commissie op terug komen. Mevrouw Paulussen dient de volgende motie in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 239