17 JANUARI 1985 23 de burgemeester niet door de wethouders gedeeld? Naar onze me ning heeft de burgemeester van nature een coördinerende taak binnen het college. De politieke verantwoordelijkheid voor het reorganisatieproces berust bij de wethouder van middelen en mi lieu, maar het coördineren van de diverse portefeuilles tot col- legebeleid zien wij als de taak van de burgemeester als voor zitter van het college. Dit voert ons tot de conclusie, dat de zorg voor de centrale planning deel zou moeten uitmaken van de portefeuille van de burgemeester. Graag vernemen wij hierover het standpunt van het college. Personeelszaken De omstandigheid dat ook in 1985 geen sprake zal hoeven te zijn van gedwongen ontslagen, vervult de wens van de VVD.-fractie dat Breda ondanks de druk van de bezuinigingen de werkgelegen heid van de eigen werknemers zal kunnen beschermen. Het aantal arbeidsplaatsen, inclusief de openbare bibliotheek, blijft nog 1.537,1, waarmede de toezeggingen aan de vakorganisaties ge stand worden gedaan. Daarvoor onze oprechte waardering. Ondanks alle goede bedoelingen blijken er tijdens het reorganisatiepro ces hier en daar in de personele sfeer fricties te ontstaan. De V.V.D.-fractie hecht er aan het college nogmaals te vragen de grootst mogelijke aandacht te besteden aan de sociaal-psycholo gische begeleiding van degenen, die hun vroegere functie verlie zen en elders in de organisatie moeten worden ingepast, soms met verlies van promotieverwachtingen. Ook lijkt het ons van be lang, dat de nodige zorg wordt besteed aan de informatiever strekking over de reorganisatie aan de ambtelijke medewerkers, werkzaam in lagere functies en niet rechtstreeks bij het- proces betrokken. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat er door allerlei misverstanden onnodige onrust bestaat. Graag ver nemen wij de maatregelen die het college denkt te treffen. Openbare orde en veiligheid De politienota 1985 vormt de derde in de reeks jaarlijks onder verantwoordelijkheid van de burgemeester verschijnende beleids notities, waarin een overzicht wordt gegeven van het totale ter rein van de politiezorg in Breda, zowel wat betreft de bestuur lijke als de justitiële kant van het politiewerk. Door zich over de Politienota uit te spreken kan de raad enige invloed uitoefenen op het te voeren beleid, hoewel de Wet de raad van directe zeggenschap uitsluit. Datzelfde geldt overigens ook voor het college. Het gezag over de politie berust bij de bur gemeester, voor wat betreft de ordehandhavende en hulpverlenen de taak van de politie, en bij de hoofdofficier van justitie voor wat betreft de opsporing van strafbare feiten. Wij hechten er aan om de verhoudingen in dit opzicht zuiver te houden, om dat de kwaliteit van het politiewerk niet is gediend met mis verstanden en onduidelijkheid rond de vraag wie het te voeren beleid bepaalt. Met dit uitgangspunt voor ogen hebben wij ken nis genomen van de Politienota 1985 en plaatsen wij onze kri tische kanttekeningen bij enkele onderdelen van de nota. De sterke stijging van met name de kleine criminaliteit heeft in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 23