7 FEBRUARI 1985 256
De heer CRUL
Het is het einde van een slepende zaak. Dat is inderdaad zo. Er
zijn vele fouten gemaakt, zeker ook van de kant van het colle
ge, waardoor deze extra uitgaven nodig
begin een amateuristisch gedoe geweest
raad met de rug tegen de muur. Het is slikken of stikken. In
feite moet je als raad zeggen, dat zo'n zaak op deze manier
niet opgepakt moet worden. Wij hebben geen andere keuze, dan
het maar te accepteren.
zijn. Het is vanaf het
en in wezen staat de
De heer DE BRUIJN
Ik zou me gedeeltelijk willen aansluiten. Fout of niet in het
verleden, dat interesseert me op het moment niet zo veel. Wij
zijn nu bezig om een oplossing te vinden. Het is verrassend om
enkele dingen hierin terug te vinden, die eerst anders waren ge
formuleerd in de uitgangspunten, zoals we die zelf hadden vast
gesteld in een eerder raadsvoorstel. Het is in ieder geval be
langrijk, dat voor alle partijen spoedig die oplossing komt.
Wij kunnen ons wel vinden in het geheel, maar we willen op de
vraag, die de heer Goos gesteld heeft, een duidelijk antwoord
hebben
Wethouder WELSCHEN
Ook voor het college is het plezierig, dat we de zaak kunnen
gaan afronden. Het loopt inmiddels jaren. Wij zullen het over
de kwestie van die huurachterstand wel nooit eens worden. Ik
ben nog nooit met een voorstel over de B.R.O. naar de commissie
of de raad geweest of er is over deze huurachterstanden ge
praat. Zowel onze eigen jurist alsook de stadsadvocaat zijn uit
voerig bij deze zaak betrokken geweest. Ik wil eigenlijk, wan
neer zulke hoogheden gesproken hebben, daar niets meer over zeg
gen. Niemand heeft ook gevraagd om teksten te wijzigen. De
vraag van de P.S.P. was: is er nu in feite een soort minnelijke
schikking getroffen? Hoe moet je dat nu noemen? Leg je daarmee
niet een aantal zaken voor het archief in een verkeerde zin
vast? Zover wij daar naar kijken, leggen we het niet in een ver
keerde zin vast. Wij hebben geprobeerd om in een heel gecompli
ceerd overleg met meerdere partijen, waarvan U ook alles weet,
toch uit het probleem te komen. Dat is op een zodanige manier
gebeurd, dat iedereen het gevoel had behoorlijk aan zijn trek
ken te zijn gekomen. Er is nu een oplossing uitgekomen, die de
financiële zaken regelt zoals U hier ziet. Inmiddels, en dat in
de richting van alle vragen die daarover gesteld zijn, is er
een punt anders komen uit te zien. Dit betreft het medegebruik
door de B.R.O. van de accommodatie die hier neergezet gaat wor
den. De B.R.O. heeft zich inmiddels gevestigd in de Kleiberg.
Ik heb een brief van hun advocaat gekregen, waarin zij melden
dat ze niet of nauwelijks gebruik zullen maken van deze twee
keer 24 weekends. Wij zullen dat in de zin van niet bevestigen
en die zaak zal afgerond worden. Ik denk dat de B.R.O. op een
plek terecht is gekomen, die eigenlijk ook al jaren geleden met
hen is doorgepraat, maar die dan gelukkig in feite een echte mo
gelijkheid kon geven. Over de waarderende woorden van de heer