7 FEBRUARI 1985
276
Door de motie-indieners is een opmerking geplaatst over een ex
ploitatiesubsidie. Heel eerlijk gezegd vraag ik me af, als je
de Groene Koepel een exploitatiesubsidie aanbied en je verbindt
daar een aantal voorwaarden aan, die passen binnen het beleid
en de aanvullende activiteiten, die de milieudienst graag zou
willen hebben, of de Groene Koepel zich daar niet zo beperkt
door zou voelen, dat ze hem zouden afwijzen. Het is bekend dat
aan exploitatiesubsidie voorwaarden zitten. Ik wil daarom voor
stellen dat we vandaag geen motie aannemen. Persoonlijk raak ik
daarmee in de problemen, want ik wijs het namens het college
dan af. Ik bied aan dat er een gesprek plaatsvindt tussen de mi
lieudienst en de Groene Koepel, waarvan een gespreksverslag in
de commissie m.e.m. wordt neergelegd. Het zal gericht zijn op
het nu al bekijken van op welke wijze je, gezien hetgeen dat in
het voorstel staat, in 1986 zou kunnen opereren. Je kunt daar
altijd nog op terugkomen. Ik denk dat dit op dit moment verre
weg het verstandigste verhaal is.
De heer DE HOOGH
Op zich is de suggestie van de heer Welschen niet zo onlo
gisch. Ik denk dat dat gesprek er sowieso toch wel komt, omdat
die gespekscyclus al gestart is. Ik denk dat als de wethouder
namens het college meldt, dat de Groene Koepel wellicht niet zo
blij zou zijn met exploitatiesubsidie, ik uiteraard ook kan
melden dat ik in mijn contacten andere geluiden heb gehoord.
Het gaat er niet om om elkaar vanavond vliegen af te vangen.
Het gaat er ook niet om om te zeggen dat er een preprioriteit
staat. Deze motie geeft aan, dat als je het particulier initia
tief op dit front serieus neemt en je in de richting van de
Groene Koepel ook als college en milieudienst een aantal loven
de woorden hebt gesproken, je aan die financiële ondersteuning
een continuïteit moet kunnen bieden. Daarom hebben wij deze mo
tie ingediend. Op dit moment wordt de motie ook gehandhaafd.
De heer BERKHOUT
Wij geven hoge prioriteit aan een actief milieubeleid. Daarom
willen enkelen de Koepel het voordeel van de twijfel geven. De
heer De Hoogh geeft de lading van maatschappelijke beoordeling
aan. Het gaat erom dat men met die enkele verwachtingen op pru
dente wijze zal omgaan. Het is voor mij een testcase of je in
derdaad enige goodwill in de richting van dergelijke instituten
kunt tonen. Het betoog van de heer De Waal sterkt mij niet in
mijn verwachtingen. Aan de motie van de heer De Hoogh hebben
wij geen behoefte.
De heer DE BRUIJN
Ik geef nog even een aanvulling op wat de heer De Hoogh gezegd
heeft. De wethouder memoreert de gesprekken die bezig zijn en
verder gaan. Ik denk dat het best interessant en prettig zou
zijn voor het college om te weten hoe de gedachten zijn van de
raad over de voortgang van de gesprekken en welke richting je
daar bij zou kunnen inslaan. Wij handhaven daarom onze onder
tekening