14 FEBRUARI 1985 281 eerd. Van 1940 tot 1952 ontving hij hier ter stede lager en gym nasiaal onderwijs, waarna hij in Rotterdam met succes de studie aan de belastingacademie voltooide. Het getogen zijn kreeg ver volgens zijn tot vandaag toe vaste vorm toen de heer Van Dun in 1966 raadslid werd en in 1970 wethouder. De jaren als raadslid leverden hem een nauwe verbondenheid met de culturele sector op. Het raadslid Van Dun heeft een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand komen van de Bredase cultuurprijs: de Nassau Bre da Prijs. "Wat goed is komt snel", luidt het gezegde. Na vier jaar in de stoelen aan de overzijde te hebben gezeten, verhuis de raadslid Van Dun als jongste van de drie KVP-wethouders in 1970 naar een zetel aan deze zijde. In het afspiegelingscol lege dat in dat jaar werd gevormd werd hij belast met de omvang rijke en zware portefeuille van openbare werken. In dat verband onderhield hij meer in het bijzonder nauwe relaties met twee diensten, de dienst openbare werken en de dienst beplantingen, en één secretarie-afdeling, de afdeling stadsontwikkeling. Ook in het meerderheidscollege van 1974 en het afspiegelingscollege van 1978 hield wethouder Van Dun diezelfde portefeuille. Zowel in 1970 als in 1974 en 1978 was de heer Broeders lijsttrekker van de politieke groepering waartoe ook de heer Van Dun be hoort. Wethouder Van Dun bezette telkenmale de derde, aan zijn fractie toevallende, collegezetel. In 1980 kwam daarin verande ring. Wethouder Van Dun schoof op naar de zetel rechts van de burgemeester, van oudsher de plaats waar de eerste loco-burge meester is gezeten. Een logisch geheel in deze ontwikkeling was dat hij in 1982 fungeerde als lijsttrekker voor het C.D.A. en dientengevolge een belangrijk aandeel had in de totstandkoming van het programakkoord tussen het C.D.A.V.V.D., de P.v.d.A. en D'66. In het op dit programakkoord gebaseerde college nam wethouder Van Dun de belangrijke middelen en milieu-portefeuil le voor zijn rekening. Ten slotte vervulde wethouder Van Dun in 1983 en 1984 gedurende meer dan een half jaar defacto de func tie van burgemeester in de periode tussen het afscheid van bur gemeester Merkx en het aantreden van burgemeester Feij. Op deze manier denk ik de uitwendige geschiedenis van wethouder Van Duns aanwezigheid in de plaatselijke politiek en het locale be stuur te hebben geschetst, maar er is meer te vertellen. Wethou der Van Dun heeft in de bijna vijftien jaar als dagelijks be stuurder van deze stad ten volle de tropenjaren van een gemeen tebestuur meegemaakt en aan den lijve ondervonden. In deze vijf tien jaar heeft zich een volledige omschakeling voltrokken van het regenteske bestuur naar het modern management. Een omschake ling die zich niet zonder horten of stoten voltrok. Begrippen als inspraak en democratisering, politisering en polarisatie ontstonden en markeren even zovele kruispunten waarbij het be stuur nieuwe wegen moest inslaan. Maar collega Van Dun was jong en bezeten van een ontembare werklust en daarmee gezegend zette hij zich allereerst aan de afronding en realisatie van de reeds voor zijn benoeming in het college op route gezette stadsuit breidingen Hoge Vucht en Heusdenhout. Vooral de eerste klus heeft hem vele slapeloze nachten bezorgd. De twaalf jaar openba re werken van wethouder Van Dun hebben hun sporen in de goede zin van het woord in onze stad nagelaten. Ik kan er niet aan be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 281