14 FEBRUARI 1985 283 overwegende dat Johan Peter Adriaan van Dun op 6 september 1966 werd geïnstalleerd als lid van de raad van de gemeente Breda; dat hij bij besluit van 28 oktober 1970 werd benoemd tot wethou der van de gemeente Breda in welke functie hij bij voortduring werd gekozen in 1974, 1978 en 1982; dat hij als wethouder de portefeuille van ruimtelijke ordening, openbare werken, beplantingen en volkshuisvesting heeft bekleed; dat hij thans, sedert 1982 wethouder is van middelen en milieu met een veelomvattende taakstelling; dat hij zich een bekwaam wethouder toonde die op energieke wij ze de sanering en renovatie van de binnenstad aanpakte; dat zijn aanpak van een modern karakter was en dat hier sprake was van een totaal en samenhangend binnenstadsplan waarin een grote mate van afstemming op elkaar van vele deelbelangen werd bereikt dat hij, naast deze binnenstadsaanpakstuwende kracht was ach ter de ontwikkeling van een nieuw stadsdeel, de Haagse Beemden, waarbij Breda van de minister de functie van groeistad kreeg toebedeeld met de daaraan verbonden rijksbijdragen; dat hij met grote overtuigingskracht de realisering van dit plan in de raad verdedigde; dat hij ondersteund door zijn vele functionele contacten van ge meentelijke en daarboven uitgaande aard een man is die een een maal aangevatte taak ook afmaakt waarbij hij uiterst praktisch en direct te werk gaat; dat hij voor de gemeente Breda een sterke stimulans betekende op alle terreinen van bestuur waar hij optrad vanuit zijn func tie en dat hij de stad Breda heeft vertegenwoordigd in verschil lende bovengemeentelijke bestuursorganen; dat zijn verdiensten als wethouder van de gemeente Breda van dien aard zijn dat hij daarvoor de dank van de Bredase stadsge meenschap verdient, de reden waarom hij bij zijn afscheid als wethouder van de stad Breda wegens zijn benoeming tot burgemees ter elders geëerd mag worden met de hoogste onderscheiding die de stad te bieden heeft. De raad besluit de heer Johan Peter Adriaan van Dun te begiften met de erepenning van de stad Breda in zilver. Ik stel U voor als zodanig te besluiten onder aantekening dat de leden Simons en de Waal van de P.S.P.-fractie, Paulussen, Crul en de heer Scharff mij in kennis hebben gesteld om U en hen bekende redenen hier tegen te zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 283