25 FEBRUARI 1985
306
n-
ke Maar als vanuit een gemeenschappelijke visie kan worden gewerkt
an- zaak van een kritische toetsing blijft dan onverminderd be
staan. Onze fractie zou zich kunnen voorstellen dat, bij de on
derwerpen welke in het stadsgewest op stapel staan, die toet
sing daar nu al op kan plaatsvinden. In dat verband zijn we be
er- nieuwd naar de resultaten van het woningbehoefte-onderzoek en
de de evaluatie van het Streekplan West-Brabant. Dat geldt ook
r- voor het structuurschema bedrijventerreinen. Overigens vragen
aag wij ons ook af, dat is enigermate terzijde, of niet vanuit Bre
der da het regionaal werkgelegenheidsinstituut van de grond zou kun
nen worden getild. Bij de werkwijze is onze fractie nadrukke
lijk van mening dat gebruik moet worden gemaakt van de deskun
digheid welke bij gemeenten al beschikbaar is, uiteraard tegen
nog een redelijke vergoeding. Met die twee. "randvoorwaarden" zou-
zo den wij graag willen proberen of het door U overeengekomene met
dat het D.B. van het stadsgewest, kan werken. Ik heb nog een enkele
en opmerking over de bestuursstructuur. Over het voorzitterschap
op van het stadsgewest is destijds de afspraak gemaakt, of tenmins-
nk te de wenselijkheid uitgesproken, dat de burgemeester van de
bet centrumgemeente het voorzitterschap zou gaan vervullen. Nu de
dot problemen tussen Breda en het stadsgewest lijken te kunnen wor-
In den opgelost, vragen wij ons af of er nog belemmeringen zijn om
pen de burgemeester van Breda voor te stellen als voorzitter van
bij het stadsgewest. Dat doet niets af aan de grote waardering die
an wij hebben voor de huidige voorzitter van het stadsgewest maar
dm- een spoedig aantreden van de burgemeester van Breda achten wij
wenselijk. Wij delen Uw opvatting dat bij de vaststelling en
verdeling van het aantal D.B.-zetels het voorzitterschap buiten
beschouwing zou moeten blijven en of, als je daarmee rekening
houdt, je dan uitkomt op 7 of meer D.B.-leden is voor ons niet
het belangrijkste, als de evenredigheid maar onaangetast
blijft. Zo is de vermindering van het aantal gewestraadsleden
ook toe te juichen. De Bredase voorstellen voor een gewestraad
met 53 leden hebben van harte onze instemming maar we constate
ren dat aan de verhouding van de inwonertallen en de daaraan
sk gekoppelde financiële bijdrage van Breda aan het stadsgewest,
ie geen recht wordt gedaan. In het eindrapport van de commissie
b- "Versteden" komt de vertegenwoordiging op basis van evenredig-
3- heid en inwonertallen aan de orde. Het zou wellicht goed zijn
er om bij de uitwerking rekening te houden met de inhoud van dit
3- rapport. De nadere concretisering op dit punt en de resultaten
s- van die hoofdlijnen van beleid zien we met belangstelling tege-
ie positieve conclusie zullen kunnen komen. Daarmee zou het stads-
L- gewestelijk samenwerkingsverband ook, of juist in het kader van
e de nieuwe wet gemeenschappelijke regelingen, voorop kunnen lo
pen
an
3, Het stemt tot voldoening dat het college gevolg gegeven heeft
gelegenheid te stellen zich uit te spreken over het resultaat
duw dan zou dat, wat ons betreft, kunnen worden geprobeerd. De nood-
Dk moet. We hopen dat we in de tweede helft van dit jaar tot een
Dg De heer TAKS
a- aan het advies van de commissie Algemene Zaken om de raad in de