17 JANUARI 1985
30
Het gemeentelijk beleid en het gemeentelijk apparaat zullen
moeten worden aangepast aan de huidige economische omstandig
heden. Bij het begin van deze raadsperiode was reeds duidelijk
dat we er als gemeente sterk op achteruit zouden gaan. Daarom
heeft de P.v.d.A. destijds gekozen voor enkele prioriteiten.
Nieuw geld zou slechts terecht mogen komen bij:
- stadsvernieuwing;
- bestrijding van jeugdwerkloosheid;
- kinderopvang en alfabetisering;
- milieumaatregelen;
- woonlastenbeleid
In de begrotingen van 1983/84/85 is het geld voor nieuw beleid
vrijwel geheel in deze sectoren terecht gekomen en zijn deze
punten bij de bezuinigingen buiten schot gebleven. Toch diende
het beleid op hoofdlijnen bijgesteld te worden omdat de finan
ciële middelen niet voldoende waren. Een aantal zaken hebben
daarbij gediend als leidraad:
- een sluitende begroting (tot nu toe);
- arbeidsplaatsen handhaven en de Bredase situatie trachten te
verbeteren zelfs door het doen van concessies zoals het aan
trekken van kantoren en een casino en herwaardering van het
werken in de binnenstad;
- handhaven van het volume van de woningbouw van desnoods meer
ruimte voor de vrije sector, om de uittocht van gezinnen uit
Breda te stoppen;
- het opschonen van het welzijnswerk via inzet van genormeerde
behoefte
- het beperken van de lastenstijging voor de burgers.
Met in achtname van de bovengenoemde punten vindt de P.v.d.A.
het juist dat het beleid kritisch wordt bekeken en bijgesteld.
Dit is echter alleen aanvaardbaar in samenhang met:
- extra maatregelen ten aanzien van probleembuurten;
- gerichte maatregelen voor de laatste inkomensgroepen;
- het bereikbaar houden van voorzieningen voor iedereen;
- de toetsing van het effect van bepaalde maatregelen;
bvverdere bevriezing van de o.g.b. zou kunnen betekenen dat
een financieringsbron voor gerichte woonlastenaanpak ont
breekt. Voor ons is een dergelijke verhoging bespreekbaar
indien er een gerichte aanpak van dergelijke problemen mee
gefinancierd zou kunnen worden. Wel kunnen wij vast mededelen
dat een verhoging louter om sluitend te kunnen begroten voor
ons onaanvaardbaar is.
In de kadernota van mei a.s. verwachten wij meer te vernemen
over de uitwerking van deze lijn.
III. Het programakkoord.
Daar waar we dit jaar een forse bezuinigingsronde achter de rug
hebben, de herstructurering van het gemeentelijk apparaat in
volle gang is en de begroting dit jaar ook nog anders opgesteld
diende te worden past dit jaar zeker een woord van waardering
naar alle ambtenaren voor het werk dat zij het afgelopen jaar
verzet hebben ten behoeve van de begroting zoals die nu voor
ons ligt. Men hoort nogal eens uit diverse buurten dat zowel