25 FEBRUARI 1985
314
het niet eens zou kunnen zijn. Dat is thans uitgesloten. We
gaan nu eerst in het portefeuille-overleg op diverse terreinen
zaken bespreken. Is er een communis opinio bereikt, dan kunnen
we zeggen: Laat het stadsgewest op dat terrein de ordenende be
voegdheden krijgen om die zaken te regelen en eventueel ook uit
te voeren. Dat is het verschil. Ik denk dat we dan toch, alles
afwegende naar de huidige situatie toe, belangrijke winst boe
ken op een aantal terreinen ten aanzien van de ordeningstaken
ten aanzien van de erkenning van de positie van Breda als cen
trumgemeente en als groeistad en ten aanzien van het feit dat
in de regeling wordt opgenomen dat het ruimtelijk beleid in het
gewest zich zal moeten voltrekken volgens de opvattingen neerge
legd in rijks- en provinciale nota's. Mevrouw Pellis zegt: "Is
het nu alleen lippendienst?" De heer Hofsté zegt: "We zullen
toch de hoofdlijnen van het beleid moeten toetsen. We zullen
eens moeten kijken aan de hand van een aantal voorbeelden", hij
noemt de evaluatie van het streekplan, de structuurschets, de
bedrijven etc., "of het een lippendienst is of dat het werke
lijk een overleg wordt op 'portefeuillehoudersniveau dat zinvol
is." Ik geloof ook dat we de tijd moeten gebruiken om nu op dat
terrein van de ordeningstaken, samen overleg te voeren. We moe
ten dan na enige tijd inderdaad evalueren en of de wijze van
overleg, zoals we die nu gaan voeren, constructief is, of die
tot resultaten heeft geleid. Mocht dat niet zo zijn, dan zal Uw
raad ongetwijfeld, maar ook ons college, niet nalaten om te zij
ner tijd te zeggen: Al hetgeen wat wij samen hebben afgespro
ken, heeft toch niet geleid tot datgene wat wij samen bedoeld
hebben en we zullen opnieuw de zaak in heroverweging nemen. Ik
denk dat het te vroeg is om nu al te zeggen dat we geen vertrou
wen hebben in de samenwerking, zoals die thans gestalte gaat
krijgen volgens nieuwe lijnen. We hopen dat ook de 21 gemeenten
straks de voorstellen van het stadsgewest zullen overnemen, zo
dat men straks in 1985 met een verkleinde stadsgewestraadmet
een nieuw dagelijks bestuur en met een nieuwe structuur neerge
legd in een nieuwe regeling, kunnen beginnen aan een samenwer
king in dit gebied, waarbij met name ook de positie van Breda
beter uit de verf komt dan in het verleden het geval is ge
weest.
De heer HOFSTé
In de eerste plaats ben ik U erkentelijk voor de uitvoerige
toelichting en beantwoording. Met betrekking tot het dagelijks
bestuur heb ik een ruimte voor onderhandelen willen aangeven.
Er zou inderdaad, als U start vanaf de 7, ten minste één kwali
teitszetel moeten zijn en je zou op basis van inwonertallen en
financiële bijdragen zelfs over twee zetels kunnen spreken, los
van de voorzitterszetel. Ik geef U gaarne in overweging U daar
zeer sterk voor te maken. Ik heb nog een opmerking met betrek
king tot Uw plaats in het dagelijks bestuur als voorzitter. Ik
kan me voorstellen dat U zegt: Laat me nog enige ruimte hebben
om de zaken rond te krijgen. Indien U a.s. vrijdag het gevoel
zou hebben dat er een overeenstemming te bereiken is, dan zou