25 FEBRUARI 1985
320
we gewoon even afwachten hoe de inspraakresultaten zijn. We ma
ken dan een plan van welke werkzaamheden feitelijk worden uitge
voerd en de commissie wordt daarin gekend. Ik neem de opmerking
van de heer Berkhout over dat dat welwillend bezien zal
worden. Hij citeerde mij. Als hij mij citeert, kan ik daar
vanzelfsprekend niet meer vanaf, dus dat blijft overeind. Dat
was in de commissie ook al gezegd. Blijkbaar is het voorstel,
dat door een ambtenaar van openbare werken geschreven is, op
het C.D.A.-lijf geschreven. Dat C.D.A. lijf is
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Hij zou wel eens lid kunnen zijn van het C.D.A. Daar hoeft hij
zich niet voor te schamen.
Wethouder WELSCHEN
Dat sluit ik niet uit hoor maar ik denk dat een gemeente-ambte
naar gewoon een voorstel heeft gemaakt, wat gelukkig nog net
binnen de termijn valt waarin we de 100$-regeling zouden kunnen
gaan gebruiken. Het is kiele kiele. We hebben dat netjes uitge
werkt en een mede-paraaf van het enwa daarop gevraagd. Wat mij
betreft, als het C.D.A. meer mogelijkheden ziet via landelijke
contacten om zaken 100$ gesubsidieerd te krijgen, dan blijf ik
dit soort zaken volgen. Dat is geen enkel probleem. Dat voeren
we dan met alle plezier uit, dus U blijft actief op dit punt.
Ik heb geen enkele aarzeling om dat in de raad te brengen en om
te proberen het tot uitvoering te krijgen. U zegt: "Rijkelijk
laat." Ik denk dat dat wel zo is. We hebben er overigens wel
bij gezegd dat het niet betekent, als we niet voor een bepaalde
datum klaar zijn, dat we het niet meer doen maar de bijdrage
van de gemeente wordt dan 20$ groter. U hebt het over "onze
ontvangst" een paar dagen geleden en over "onze bewoners" etc.
Ik heb mij even zitten afvragen of dat "onze" een zaak was waar
ik op had moeten vragen of het over Bredanaars ging dan wel
over de mensen die U op een vergadering bij elkaar hebt ge
haald. Dat weet ik niet precies. Verder is er geen enkel pro
bleem over de manier waarop we werken. We hebben vanavond de
eerste inspraakavond. Ik weet dat het erg kort dag is. Ik weet
aan de andere kant dat men toch wel wat langer over dit soort
zaken denkt. Men weet ook wat er gevraagd wordt en ik hoop al
leen maar dat het aansluitpercentagenu het voor de mensen
zelf en voor ons op de goedkoopste manier kan, zo hoog mogelijk
zal zijn. Ik zal in ieder geval proberen om zowel in de commis
sie Middelen en Milieu als in de commissie Wonen, waar dit voor
stel feitelijk in thuishoort, de volgende keer al te laten we
ten hoe dat de zaak zich nu verder ontwikkelt. Dat was ook afge
sproken. U hebt nog een paar opmerkingen gemaakt. U vroeg waar
om de 40 mensen die nu niet aangesloten zouden worden, niet bij
de hele informatievoorziening worden betrokken. Ik moet U zeg
gen dat wij er vanuit gegaan zijn, dat we contact opnemen met
de mensen waarvan we in de planning, zoals die nu ligt, zeggen:
Daar kunnen we ook het perspectief bieden dat we feitelijk aan
sluiten. Ik denk dat na de avonden die nu komen en de reactie
van de mensen zelf, we kunnen bekijken of er nog wat financiële
ruimte zit om de zaak ineens af te ronden. Mijnheer Crul heeft