21 MAART 1985
326
een potentieel gezond project. Het voldoet aan haar doelstellin
gen: energiebesparend, milieubeschermendverschaft een grote
dosis werkgelegenheid en bewijst haar comfort aan de gebrui
ker. Resumerend: onze fractie heeft in eerste instantie maar
één vraag. Welke concrete maatregelen of acties onderneemt U in
1985 om de zorg die financieel economisch op het project rust
en groeit, te verminderen danwel weg te nemen? Wij kunnen de
prognose stadsverwarming 1984 met inachtneming van onze ge
plaatste kanttekening voor kennisgeving aannemen.
De heer DE WAAL
De heer Van den Wijngaard sluit af met de vraag: hoe kan de fi
nanciële zorg weggenomen worden? Ik denk dat daar de zaak om
draait. Wij zien de stadsverwarming op zich toch als een zeer
risicovol project. Met dit rapport wordt weer doorgegaan op de
weg die al een aantal jaren ingeslagen is. De stadsverwarming
blijft in Breda en moet alleen maar verder groeien. Wij kijken
daar toch ander" tegen aan. Wij vinden dat op zich het principe
stadsverwarming goed kan zijn, maar niet voor een stad als
Breda, wat veel te ver weg ligt, en waar allerlei aanvoerbuizen
naar toe moeten. We hebben al eerder gezegd, dat in Geertrui-
denberg stadsverwarming zou moeten zijn, maar die is daar
niet. Een ander punt wat meespeelt in dit rapport en waar dit
jaar uitsluitsel over komt, is het rendementsprincipe van de
ketels. Hoe gaat dat berekend worden? Ik denk dat dat een van
de belangrijke vragen wordt, vooral voor de Bredase bevolking,
omdat ze dat ook voelen in hun portemonnaieIk hoop dat in ie
der geval die cijfers bijgesteld worden ten gunste van de bevol
king, zodat de lasten van de mensen minder worden. Wij kunnen
met dit rapport niet instemmen en zullen daarom ook tegen stem
men
De heer SCHARFF
De heer Van den Wijngaard zei op een gegeven moment in zijn be
toog dat stadsverwarming een gezond project is. Dat zal nog moe
ten blijken, niet zo zeer uit het feit dat het energiebesparend
is, want daar zijn we het over eens. De gezondheid zit hem na
tuurlijk in de uitkomst van het uiteindelijke financiële plaat
je. Ik ben bang dat we daar pas enig zicht op krijgen rond de
eeuwwisseling. Het is dus redelijk voorbarig om het project ge
zond te noemen. Ik zal voortgaan na deze korte reactie op het
betoog van de heer Van den Wijngaard. Het is bekend dat wij
zeer kritisch staan ten opzichte van het stadsverwarmingspro
ject. De argumenten zijn uitgebreid aan de orde geweest. Ik wil
die nu niet herhalen. Ik ga nog even kort in op twee aspecten
van het rapport zelf. Ik wil in eerste plaats wijzen op de ver
lenging van de levensduur van het systeem. Er wordt nu voorge
steld om dat in de cijfers op te nemen. Ik vind dat een moeilij
ke, zo niet onmogelijk te beoordelen zaak. De deskundigen zeg
gen dat het kan, maar deskundigen spreken elkaar wel eens meer
tegen. Hierbij verwijs ik naar de rendementskwestie voor de
cv-installatiesDe directeur zegt t.a.v. de berekeningen,
zoals die waarschijnlijk rond de 82% gaan uitvallen, dat hij
niet gelooft dat dat een reëel cijfer is, terwijl het toch een