21 MAART 1985 335 De heer VAN DEN WIJNGAARD Ik geloof dat godsdienstleraar Martens op het moment bezig is. De heer MARTENS Het neemt niet weg dat wij als zodanig met het voorstel mee wil len gaan. Wij zouden eigenlijk aan de wethouder een voorstel willen doen. Na een jaar zou een evaluatie kunnen plaatsvinden over wat nu precies deze verordening, gezien de gewijzigde tij den, opbrengt. Trekken de belanghebbenden de juiste conclusies die openingstijden moeten om 10.00 uur beginnen op zondagoch tend? Het F.N.V. kan zeggen: dat zien wij niet zo zitten, het zou best eens 12.00 uur kunnen worden. Wij geven daar het voor deel van de twijfel aan. Als zodanig zijn wij voor het voorlig gende preadvies. Wij vragen nadrukkelijk om na een jaar in de commissie Werken een kleine evaluatie te laten plaatsvinden over hoe de verordening nu uitgepakt is. Wethouder SANDBERG Zoals gebruikelijk is het voorstel voorgelegd aan de diensten bond F.N.V. In de commissie heb ik dit toegezegd, niet wetende dat er een dienstenbond C.N.V. zou zijn. Ik kan het op dit mo ment niet bevestigen, maar wij willen zeker niet andere werkne mersorganisaties daarvan uitsluiten. Ik heb in de commissiever gadering al toegezegd, dat wij daar voortaan rekening mee zul len houden. Het betekent dat de vragen en de opmerkingen van de heer Martens elk een voorstel dragen. Dit betreft een karakter van een compromis. Er is duidelijk gebleken, dat er voor Goede Vrijdag belangstelling is. Denkt U maar aan antiekbeurzen etc. Ik denk dat de beleving van Goede Vrijdag boven de rivieren an ders ligt dan in het zuiden. Met betrekking tot het tijdstip 10.00 uur denk ik, dat dit niet altijd gebruikt zal worden. De heer Martens zal dit ook beamen. Het is niet per definitie dat het moet ingaan om 10.00 uur. Als er geen behoefte aan is, dan zal het ook niet gebruikt worden. Als er wel behoefte aan is, dan is de mogelijkheid er om die activiteit vanaf 10.00 uur te laten plaatsvinden. In de zomer zal het over het algemeen wel gebeuren, mag ik aannemen. Wij hebben daar geen ervaring mee. Ik wil de heer Martens zeker toezeggen dat, als we nu de nieuwe verordening vaststellen, we best na één jaar met elkaar eens kunnen nagaan hoe een en ander gelopen is. Ik zeg hem geen eva luatierapport toe. Nagegaan zal worden of datgene wat we vana vond hebben besloten, toegespitst is op de praktische ervaring die we ermee gaan opdoen. De heer HOFSTé Ik ben tevreden gesteld met het antwoord van de wethouder. In feite zit daarin een reactie naar de heer Martens opgesloten. Als het C.N.V. U in deze ook adviseert en U houdt bovendien het algemeen belang in de gaten, dan wordt er wat ons betreft aan de voorwaarden voldaan. Dat neemt niet weg, en ik hecht eraan dat te zeggen, dat wij van onze kant steeds gepleit hebben om niet te vergaderen. Het zijn dingen die ons eigen huishouden aangaan en daar moeten we zeer voorzichtig mee zijn. Wanneer het gaat om een openstelling van een Vrijstellingsverordening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 335