21 MAART 1985 339 de behandeling in de commissie zijn er drie toezeggingen ge daan. Ik verwijs daarvoor naar het blauwe verslag van de betref fende vergadering, dat bij de ter visie liggende stukken was ge voegd. Van de zijde van het college zijn toen drie toezeggingen gedaan. Het preadvies zou worden aangepast. Er zou een brief over de juridische aspecten ter visie worden gelegd en er zou een brief van gedeputeerde staten inzake akkoordbevesting in verband met het uitsluiten van verdere aansprakelijkheid even eens ter visie worden gelegd. Aan die drie toezeggingen is naar mijn mening nog niet voldaan, omdat ik de brieven niet heb aan getroffen. Vandaar dat ik zou willen verzoeken om dit agenda punt te behandelen op het moment dat aan de drie toezeggingen voldaan is. De VOORZITTER Het voorstel wordt voldoende gesteund. Het college stelt U voor om dit voorstel af te wijzen. De heer HOFSTé Mogen wij een kleine schorsing? Wethouder WELSCHEN Ik controleer niet of aan de ambtelijke verplichtingen, die aan de toezeggingen van het college vastzitten, precies is voldaan. Of de eerste twee notities zijn neergelegd dat heb ik niet bekeken. Wat betreft de brief van gedeputeerde staten luidt de toezegging in de commissie anders. Wij zouden ons tot gedeputeerde staten richten en vragen om een reactie waardoor ook van hun kant vaststaat, dat zij net als wij van mening zijn dat dit het maximum en het einde is. Die brief is in ieder ge val niet binnen. Ik denk dat het college geen bezwaar hoeft te hebben om dit aan te houden tot de volgende raadsvergadering. In de voorliggende periode kan alsnog geprobeerd worden de brief van gedeputeerde staten binnen te krijgen. Ik heb daar op zich geen bezwaar tegen. De heer SIMONS Is dit nu een minderheidsstandpunt van het college of een col legestandpunt! Ik heb nu twee verschillende collegestandpunten gehoord De VOORZITTER Er zit een zeer flexibele voorzitter. Hij past zich onmiddel lijk aan aan het thans gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders. In het algemeen moeten we de agenda afwerken. Als de heer Welschen van mening is, dat het niet ernstig is wanneer we de zaak één vergadering aanhouden, neem ik aan dat het col lege daar geen bezwaar tegen heeft. De heer SCHARFF Ik heb het even niet gehoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 339