17 JANUARI 1985
33
tijd zeker niet krijgen. Onze samenwerking met D'66 achten wij
goed, al hebben wij niet zoveel woorden nodig als deze partij.
De heer HENDRICKS
Het is wel merkwaardig dat de heer Martens nu 40 minuten
spreektijd nodig heeft en ik straks maar 30 minuten toegewezen
krijg.
De heer MARTENS
Van de vier collegepartijen zijn C.D.A. en V.V.D. ook landelijk
regeringspartij. Het maakt hen vaak monddood ten aanzien van
funeste elementen in het regeringsbeleid. Ondanks dat opereert
het college richting Den Haag vanuit een gezamenlijke verant
woordelijkheid voor de problemen van de Bredase burgers, zoals
ten aanzien van het 1 juli en het 1 januari pakket. Mijn frac
tie waardeert dat. De drie oppositie-partijen opereren verschil
lend. De P.S.P. staat vaak naast ons in buurten maar komt niet
met wezenlijke oplossingen die binnen de Bredase financiële
kaders kunnen. De P.P.R. heeft begrijpelijkerwijs moeite het
gemeentelijk gebeuren te overzien. De P/C-fractie laten wij
buiten beoordeling. De verhoudingen in de totale raad zijn er
in ieder geval niet beter op geworden. De raad zal het eigen
functioneren nog eens grondig moeten bespreken. Te vaak wordt
afgedwaald naar details die eerder ook al aan de orde zijn ge
weest in de commissies. De wens die bij ons allen leeft, om
meer over hoofdlijnen te praten wordt door geen van allen ver
wezenlijkt. Wellicht biedt het organiseren van studiedagen of
cursussen een oplossing. Na deze beschouwing van de situatie in
het algemeen, willen we nader ingaan op de diverse portefeuil
les
1Algemene Zaken
In deze sector zouden wij ons willen beperken tot de volgende
vijf zaken:
- het stadsgewest;
- de politie;
- ontwikkelingssamenwerking;
- vrede en veiligheidsbeleid;
- de discriminerende tendenzen in de samenleving.
Ten aanzien van het stadsgewest heeft de P.v.d.A. altijd ge
steld dat regionale samenwerking zeer belangrijk is. De samen
werking moet wel gebaseerd zijn op de wil eikaars problemen te
erkennen en op een gemeenschappelijke visie op de ontwikkeling
van de regio. Wij moeten helaas vaststellen dat er teveel een
situatie ontstaan is die gekenmerkt wordt door polarisatie en
het veilig stellen van eigen belang. Wij steunen daarom de po
gingen van het college om een fundamentele discussie met het
stadsgewest aan te gaan ten einde tot een duidelijker en meer
werkbare situatie te komen. Breda streeft niet naar uittreden
maar naar zinvolle samenwerking. Die moet dan wel mogelijk ge
maakt worden. De politienota is kort geleden besproken in de
commissie Algemene Zaken. Wij zien er een zeer voorlopige be
leidslijn in en wachten de volgende nota af. Daarin dient veel
duidelijker een afstemming van het politiebeleid en het overig