17 JANUARI 1985
34
gemeentelijk beleid aangegeven te worden. We hebben het ten
slotte over gemeente-politieOverigens in zijn algemeenheid,
waardering voor de wijze waarop de Bredase agenten, in vaak
moeilijke omstandigheden, werken. Voor wat betreft ontwikke
lingssamenwerking voert Breda een soort vrieskistbeieidEr
zijn initiatieven nodig om de patstelling te doorbreken. De
zaak zit al jaren vast. Wij rekenen erop dat, in goede samen
werking met Bredase organisaties, tot uitvoering van een goed
beleid kan worden overgegaan. De achteruitgang in Nederland
laat ons nog schrijnender voelen hoe ernstig de problemen van
de mensen in ontwikkelingslanden moeten zijn. Een duidelijke
politieke stellingname en solidariteit, financieel vertaald en
doelmatig uitgevoerd is nodig, niet van een handjevol mensen in
de stad, maar van een bewust kiezende Bredase bevolking. Ten
aanzien van het vrede en veiligheidsbeleid zijn, ons inziens,
meer lokale initiatieven te nemen. De gemeente heeft daar een
structurerende rol in te spelen. Dit geldt onder andere in voor
lichtende en opvoedende zin, maar ook door een duidelijke stel
lingname naar hogere overheden als echte vertegenwoordiger van
de Bredase bevolking. De P.v.d.A. zal in dit belangrijke jaar
zeker met initiatieven komen. Tenslotte de discriminerende ten-
denzen in de samenleving. Het afgelopen jaar hebben we de nota
"Hoe verdraagzaam is Breda?" aangenomen. Maar daarmee zijn we
er niet. We dienen ons allemaal bewust te zijn dat we open, dui
delijk en herkenbaar, politiek dienen te maken. Partijen en be
wegingen die de mogelijkheden van de democratie willen misbrui
ken mag geen gelegenheid gegeven worden. Daar dienen we samen
aan te werken.
2. Middelen en Milieu.
Er dient een aantal kanttekeningen geplaatst te worden die be
trekking hebben op de zorgelijke ontwikkelingen zowel in het
rijksbeleid als op het gebied van de gemeentelijke mogelijk
heden voor een verantwoord en evenwichtig bestuur ten dienste
van de Bredase burger. De financiële risico-positie zoals ge
schetst in de integralere beleidsnota, blijft zorgen baren.
Voor zover die risico's samenhangen met het rijksbeleid zullen
we bij het rijk moeten blijven aankloppen. De overige risico's
dienen wat ons betreft zo snel mogelijk te worden opgeschoond.
De volgende raad zal bij haar aantreden in 1986 met een schone
lei moeten kunnen beginnen. Diezelfde raad zal zelf keuzes moe
ten maken en de verantwoordelijkheid moeten nemen voor onver
hoopte nieuwe bezuinigingen. Wat ons betreft kan er voorlopig
na h.u.g. I en II, op bestuurlijk verantwoorde wijze, tot 1987
zeker niets meer bij, of beter gezegd niets meer af. Ten aan
zien van de financiële risico's is in het bovenstaande de hoofd
lijn geschetst. Daarnaast blijft een actieve voorlichting op
het gebied van het afschrijvingsbeleid o.g.b. noodzakelijk. We
komen daar bij de toegezegde evaluatie nader op terug. Relevant
is verder een goede en actieve coördinatie van de functies die
zich met de gemeentelijke middelen bezig houden. Hoe is in dit
geval de samenhang gewaarborgd tussen de activiteiten van de
afdelingen financiën centrale planning, de sociografische
dienst en de dienst automatisering. Kunt U ons nader informeren