17 APRIL 1985
aangepast te worden. Het juridische stuk lag ter visie; dat was
het stuk wat bedoeld was en niet wat de heer Crul er verder nog
bij noemt. Het laatste punt was door de heer Scharff daarstraks
al naar voren gebracht en dat heb ik toen al beantwoord.
Het verzoek om uitstel wordt hierna verworpen onder aantekening
dat de aanwezige leden van de fracties P.P.R., Paulussen/Crul
en P.S.P. willen worden geacht te hebben voorgestemd.
De VOORZITTER
We gaan nu verder met agendapunt 50.
De heer DE ZWART
Een niet onbelangrijk element in Uw voorstel vormt de toeken
ning door staatssecretaris Brokx van een bijdrage van
f 1.250.000,-- in het kader van de compensatieregeling ruimte
lijke ordeningstoeslag. Deze bijdrage kwam voort uit een post
op de begroting 1984 van het ministerie van volkshuisvesting,
ruimtelijke ordening en milieuhygiëne, die groeigemeenten in
staat stelt projecten ter versterking van de sociaal-econo
mische structuur met het oog op de werkgelegenheidsbevordering
uit te voeren. Na door ons ingewonnen informatie is ons duide
lijk geworden, dat voor 1985 opnieuw f 10.000.000,-- voor groei
gemeenten voor dit doel beschikbaar is. Inmiddels lijkt het zo
te zijn, dat het ministerie de groeigemeenten gevraagd heeft
voor 1 juni 1985 nieuwe aanvragen in te dienen. De vraag van de
C .D.A.-fractie is: is dit inderdaad zo? Zo ja, heeft Breda een
nieuwe aanvraag ingediend of zal ze die nog indienen? Eveneens
zijn wij in dit laatste geval benieuwd aan welke projecten U
dan denkt. Voor het overige zij vermeld, dat onze fractie geen
behoefte heeft aan een historische beschouwing en gaat akkoord
met Uw voorstel.
De heer DE BRUIJN
Wij willen toch wat meer op de voorliggende zaak ingaan. Twee
zaken die hierbij essentieel zijn, zijn ons inziens de hoogte
van de bedragen en de vervolgzaken rond de motie die een tijd
geleden is aangenomen. Allereerst over de hoogte van de bedra
gen het volgende. Lange tijd geleden is er ooit eens wat ge
schat. We kennen allemaal de economische ontwikkelingen en we
weten dat er de afgelopen jaren een bepaalde inflatie over ons
heeft gewoed die de prijs omhoog heeft gestuwd. We kunnen ons
echter niet aan de indruk onttrekken, dat er ook nog andere kos
tenverhogende zaken meegespeeld hebben. In hoeverre is aan kos
tenbewaking gedaan? We kunnen natuurlijk zeggen: dat heeft wa
terstaat gedaan. Uit andere zaken kunnen we echter constateren,
dat de kostenbewaking door waterstaat niet overal even water
dicht is. In hoeverre is Breda op de hoogte gesteld van de kos
tenbewaking die mogelijk de pan uit zou rijzen en is er ook tus
sentijds gerapporteerd? Het tweede punt betreft de motie. De mo
tie is op een gegeven moment duidelijk genoeg; hij wordt ter
kennis gebracht door het college aan de provincie en aan het
rijk. Er wordt niets meer op gehoord, maar voor zover uit het
voorstel is te lezen, wordt er ook niets meer gedaan vanuit het
362