17 APRIL 1985 365 3. dat het college, zonder hierover de raad om een nader ad vies te vragen, aan g.s. heeft voorgesteld om de raad van Breda een extra krediet van f 750.000,te vragen; 4. dat het gestelde onder 2 en 3 volstrekt strijdig is met het onder 1 genoemde standpunt van de raad; constaterende dat het college, door toch te onderhandelen over een aanvullend krediet, de motie van 15-2-1979 feitelijk heeft genegeerd spreekt als zijn mening uit dat het onaanvaardbaar is dat het college op deze wijze een mo tie van de raad naast zich neerlegt. en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Eén motie maar? De heer SIMONS Ik dien er maar één in. De heer SCHARFF Eigenlijk is dit een redelijk bedroevende zaak die we nu onder ogen hebben. Ik vind het om te beginnen kenmerkend, als ik het verhaal van de heer De Zwart nu hoor en ik leg dat bijv. naast het verhaal dat we morgen gaan horen over Brebo. Dat is precies hetzelfde verhaal. De C.D.A.-fractie heeft geen behoefte aan historische beschouwingen. Waar zou dat toch aan liggen denk ik dan. Zijn ze gewoon helemaal niet geïnteresseerd in wat er ge beurd is of zouden bepaalde CDA-wethouders daar rollen in ge speeld hebben die het C.D.A. liever niet nog eens uitgebreid uitgemeten wil krijgen? Dit vooraf. Ik denk dat aan deze zaak drie aspecten zitten, die ik achtereenvolgens wil behandelen. In de eerste plaats zijn dat de gebeurtenissen rond 1968. We gaan dus een eindje terug, maar dat kan geen kwaad lijkt me, om dat daar de wortels liggen van het voorstel van vanavond. In die tijd is er een wijziging van het contract verschenen, waar in een nieuwe Amertak werd voorgesteld. Het college heeft daar op gereageerd door een enthousiaste brief te schrijven. Ze za gen dat volledig zitten en het moest maar snel gebeuren. Het college heeft toen niet aan de raad gevraagd of hij er eigen lijk wat voor voelde om deze verplichting, die een verhoging van de financiële bijdrage zou inhouden, aan te gaan. Kortom, we komen daardoor in een situatie terecht waarin we in 1979 horen dat, zoals de heer Simons al meldde, wethouder Van Dun gezegd heeft dat er op basis van het oude contract geen finan ciële verplichtingen meer lagen. Dat is duidelijk, maar waar eigenlijk toen omheen gefietst is, was dat het college impli ciet al akkoord was gegaan met die nieuwe Amertak door een ent housiaste brief te schrijven. Ze vond dat een geweldig plan. Met andere woorden denk ik: in 1979 is de raad in feite enigs zins om de tuin geleid, zoals Ad Simons ook al zei, door dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 365