17 APRIL 1985 367 vijf jaar, wanneer de zaak uiteindelijk voltooid zal worden, weer geconfronteerd worden met een rekening van tien, twintig of honderduizend gulden, wie zal het zeggen. Er kunnen zoveel factoren een rol spelen dat ik het echt onverantwoord vind om als raad een ordevoorstel naast je neer te leggen en te zeggen: hoppa, we betalen wel en wat geeft het allemaal. De door de heer Scharff c.s. ingediende motie luidt als volgt: MOTIE De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 17 april 1985, behandelend agendapunt 50, overwegende 1. dat het aangaan van verplichtingen, zoals in geval van de nieuwe Amertak aan de orde was, uitsluitend een bevoegd heid van de raad is; 2. dat met betrekking tot de nieuwe Amertak het college nooit een voorstel aan de raad heeft voorgelegd om hiermee al dan niet akkoord te gaan; constaterende dat het college in gebreke is gebleven door ver plichtingen aan te gaan over, dan wel instemming te betuigen met de nieuwe Amertak zonder de raad hiertoe een besluit voor te leggen; spreekt zijn afkeuring uit over het door het college ter zake gevoerde beleid. en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer CRUL Ik wil U als voorzitter van de raad toch even persoonlijk aan spreken. Het is zo dat een voorzitter er in ieder geval voor verantwoordelijk is dat de raad op een goede wijze tot besluit vorming kan komen. Als er toezeggingen in de commissie en de raad worden gedaan die het college naast zich neerlegt, dan ge loof ik dat U als voorzitter de plicht hebt om in deze zaken te voorzien, zodat wij op een afgewogen manier tot een besluitvor ming kunnen komen. Het is niet alleen in Uw richting maar ook in de richting van de andere fracties toch een wanprodukt als dat geblokkeerd wordt en als U daarin in wezen niet voorziet. Het is toch met zeer veel nadruk in de vorige raad en in de com missie gevraagd en het wordt nu opnieuw gevraagd. Van onze kant zouden wij toch graag hebben dat U daar eens op ingaat. Hoe ziet U Uw functie in de totale gang van de besluitvorming in de raad? Nog even kort ter aanvulling van wat er al gezegd is, het volgende. Uit alle stukken blijkt dat er noch zakelijke noch ju ridische verplichtingen zijn om in deze zaak mee te gaan. Er blijkt uit alle stukken en uit de adviezen van het ambtelijk ap paraat, dat de eerste werken een afgedane zaak waren. Dit zijn aanvullende werken waar Breda niet bij betrokken is, zeker niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 367