17 APRIL 1985 373 naar de raad gegaan. We hebben het voorstel daarvoor ook moeten wijzigen, omdat de toezegging van Brokx kwam op een moment dat we het raadsvoorstel voor de f 750.000,al klaar hadden. Ik denk dat dat bestuurlijk allemaal heel netjes is. Je probeert om, tenaanzien van de provincie met name en ook tegenover Oos terhout en het rijk, aan de ene kant te laten zien wat je opvat ting is over de manier waarop het gegaan is in het verleden, maar om aan de andere kant ook te tonen dat je met die provin cie toch nog wil verder werken. Dan komt de heer Scharff die deze hele gang van zaken, die ik helemaal niet zo abnormaal vind, in termen gaat vangen als: om de tuin leiden, verplichtin gen aangaan en al dat soort zaken. Ik denk dat dat niet het ge val is. De raad heeft een motie aangenomen en die staat tot op heden precies overeind. Wij komen alleen met een voorstel waar bij we zeggen dat het om een aantal redenen waarschijnlijk ver standig is om ten dele van die motie af te wijken. Dat is het voorstel en daar zijn dus verder geen zaken van misleiding en verplichtingen aan de orde. De heer SCHARFF Nu haalt U een aantal dingen door elkaar. Ten aanzien van het "aangaan van verplichtingen" heb ik gezegd: die verplichtingen zijn impliciet aangegaan in 1968. Daar praten we over, niet over de motie van 1979. Laten we het aangaan van verplichtingen in juridische dan wel morele zin maar even in het midden hou den. Het "om de tuin leiden" komt aan de orde in 1979, wanneer er gesteld wordt dat er geen verplichtingen meer zijn van de zijde van het college. Tot tweemaal toe is dat gezegd. Vervol gens heeft de raad de motie aangenomen en dan zeg ik: dat is om de tuin leiden. Wethouder WELSCHEN Ik denk dat de heer Scharff het best beantwoord kan worden als ik de heer Crul goed verstaan heb en hem citeer. Ik dacht dat de heer Crul zei dat uit alle stukken bleek, dat er op zich geen verplichtingen waren. Hij geeft daarmee aan, dat hij vindt dat in 1979 de raad een terechte motie heeft gemaakt. Als je dat uitgangspunt kiest, gaat mijn verhaal van zoeven precies op. Dat wil op zich zeggen: wij zijn het niet verplicht, want dan hadden wij natuurlijk de f 2.000.000,moeten betalen. Het is niet zo dat wij gezegd hebben: de raad heeft gezegd dat het niet zo is, wij zien geen verplichtingen. Er is echter een aan tal overwegingen en zaken en die hebben we keurig netjes in een notitie neergezet en ter visie gelegd. Je zou kunnen zeggen: er is toch wat aan gelegen om te proberen om er niet op deze wijze uit te komen. Wij doen U het voorstel om er via deze schikking, dit compromis, uit te komen. Ik denk dat dat op zich helemaal niet strijdig is met de motie. De motie was een bepaald vertrek punt; we hebben daarop toch nog gepraat op verzoek van de pro vincie. Wat dat betreft denken wij dat de provincie en wij een redelijk compromis hebben en dat leggen we U voor. Het eerste wat U officieel na 1979 doet, is nu beslissen of U het een beet je anders doet dan U toen zichzelf had voorgenomen. Alle zaken die er omheen zijn gelegd, zijn indianenverhalen, vind ik. Er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 373