17 APRIL 1985 375 college kan niets doen, alleen de raad toestemming vragen om er over te gaan praten. Omdat de raad het college op dat moment op dracht heeft gegeven zich niet meer als participant op te stel len, en geen enkele medewerking meer te verlenen, dient het col lege te vragen of de raad bereid is om op haar uitspraak terug te komen of het risico te lopen om een juridische procedure aan te gaan met de provincie. Ik denk dat dat de enige juiste weg is. Nu heeft het college namelijk voor de raad besloten. Het college heeft meer gedaan. Het college heeft die subsidie aange vraagd in strijd met de motie. Wat dat betreft is de motie vol strekt duidelijk. Hoe het college met die motie is omgegaan, blijkt ook heel duidelijk uit het preadvies. De motie wordt ver taald naar een signaal, terwijl de motie een keiharde uitspraak is geweest. Ik denk dat er daarover geen enkel misverstand mag bestaan. De wethouder zegt nu weer: er waren geen veplichtin- gen, maar een aantal overwegingen. Die kosten dan even f 750.000,alsof de gemeente Breda op dit moment voor Sinter klaas kan spelen. Als we f 750.000,uitgeven, dan denk ik dat er wel belangrijkere zaken te doen zijn. Wat mij ook tegenvalt, is dat andere fracties dit zo over zich heen laten komen en daar geen enkele reactie op geven. De raad zwijgt weer, zoals meestal. Ik wil in ieder geval één toezegging hebben en dat mag toch voor de wethouder geen enkel probleem zijn, ondanks het feit dat ik niet voor het voorstel zal kunnen stemmen. Mocht de raad met dit voorstel akkoord gaan, kan de wethouder het zo doen regelen, dat het raadsbesluit pas kracht krijgt op het mo ment dat de brief van gedeputeerde staten binnen is en de in houd van die brief overeenstemt met hetgeen wat hij zojuist ge zegd heeft? Hoe dat juridisch moet weet ik niet, maar daar zal hij wel een weg voor weten te vinden. Dat is de enige manier op dit moment om ervoor te zorgen dat inderdaad de achterdeur dicht zit. Zo lang die brief er nog niet is, is het voor mij nog steeds zo: de provincie is één van de participanten, een belanghebbende zelfs. Ik vind dat we dit besluit sowieso niet moeten nemen, maar als je het dan toch neemt zorg dan in ieder geval dat dit het laatste is en dek je daar voor 100% in. Dat kan alleen als je het besluit neemt op voorhand en zegt: het krijgt pas rechtskracht op het moment dat die brief binnen is. De heer SCHARFF Ik ben eigenlijk blij dat de heer De Bruijn nog eens twee vra gen aan de wethouder voorlegt. Het komt dan tenminste eens van een andere fractie dan van de kleine drie links van de P.v.d.A. Ik zou de wethouder willen uitnodigen om de twee vra gen van de heer De Bruijn uitvoerig te beantwoorden. Ik denk dat daar namelijk precies de kern van de zaak aangesneden wordt. Misschien kan hij wat zorgvuldiger in de richting van de heer De Bruijn antwoorden dan hij in mijn richting althans ge daan heeft. U noemt het indianenverhalen die ik hier zit te ver tellen. Ik zal U het volgende eens voorleggen omtrent die ver plichtingen. In de juridische notitie wordt gesteld dat het col lege in 1968 wel heeft ingestemd met de Amertak; de raad niet. Wel behoort de zaak tot de competentie van de raad. Dat staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 375