17 APRIL 1985
390
gesteld wordt vanwege de hoge overheid. Als er überhaupt proble
men vermoedbaar zijn, wordt er dan uitgekeken naar andere loca
ties. Ik zie de wethouder al knikken, dus ik beschouw deze
vraag bij deze als beantwoord. Ten aanzien van de bedrijventer
reinen is het ons niet helder wat daar nu exact de waarde van
is. Ik neem tenminste aan dat het moeilijker is om bedrijventer
reinen van de ene hoek van Breda naar de andere te verhuizen.
Mijn vraag blijft dus: wat is de waarde van het onderzoek speci
fiek toegespitst op die bedrijventerreinen?
De heer BERKHOUT
Evenals in de commissie stemmen wij met het voorstel in. De
V.V.D.-fractie vindt het een goede zaak dat door de realisering
van dit programma de nodige zekerheid wordt verkregen, dat wo
ningen en scholen op milieuzuivere grond kunnen worden
gebouwd. Wat Moleneind Oost betreft juichen we het onderzoek
toe, omdat dan de verkoop van de industrieterreinen vlot kan
verlopen
Wethouder RÖMKENS
De heer De Hoogh is al tevreden met mijn knik. Dat is inderdaad
correct. Wanneer een onderzoek aantoont dat er nader onderzocht
moet worden, dan kan er tijdig ingespeeld worden teneinde even
tueel verlies van contingenten te voorkomen. Ik praat nog niet
over een eventueel saneringsonderzoek. Dat geldt ten aanzien
van de woningbouw. Met betrekking tot de bedrijventerreinen
heeft de heer Berkhout eigenlijk indirect het antwoord
gegeven. Wij proberen op die manier - en dat staat ook in het
preadvies - een dusdanige situatie te scheppen, dat in ieder
geval geen mogelijke stagnatie ten aanzien van gronduitgifte
via de Br.I.M. plaats zal vinden. Een keiharde en waterdichte
garantie kun je natuurlijk nooit geven. Je kunt wel de
voorwaarde scheppen, dat een zo ongestoord mogelijk uitgifte
van die grond is gewaarborgd. Dat is de betekenis en de waarde
van het onderzoek.
De heer DE HOOGH
Het woord "gifvrijverklaringen" is in de commissie gevallen. Ik
proefde uit de woorden van de wethouder, dat dat niet de bedoe
ling is en dat er ook niet op aangekoerst wordt van de kant van
het college.
Wethouder RÖMKENS
Het woord "gifvrijverklaringen" is inderdaad gevallen in de com
missie naar aanleiding van een vraag van een van de leden van
de commissie. Ik heb toen ook duidelijk gezegd, dat in toenemen
de mate door vestigingen verzocht wordt om een verklaring dat
er niets in de grond zit. Ik kan onmogelijk een absolute water
dichte garantie voor "gifvrij"afgeven. Op grond van de onderzoe
ken en de daaruit voortkomende resultaten kan ik wel aangeven,
dat deze grond geschikt is om te bebouwen binnen de thans gel
dende normen respectievelijk de thans geldende wetenschap.
Akkoord