17 APRIL 1985 412 De heer HENDRICKS Ik dacht dat ik daar Uw stellingname geprofileerd heb. De heer MARTENS Ik denk dat de heer Hendricks het niet helemaal juist neerlegt vanavond. De raad van Breda heeft een verordening vastgesteld, waarin de toetsingscommissie moet functioneren. Ik denk dat als de meerderheid van de raad vindt dat er een wijziging in die verordening moet komen, waardoor er gemakkelijker gefunctio neerd kan worden met de adviezen van de toetsingscommissie, er dan een soort amendement op de verordening moet komen, waarin dat mogelijk gemaakt wordt. Mevrouw PAULUSSEN Ik dacht, maar ik ben niet in de commissie geweest, dat er een eerdere afspraak lag. Zou over een half jaar het werk, van de toetsingscommissie niet geëvalueerd worden? Misschien kan de wethouder dat allemaal meenemen? Wethouder SANDBERG De gemeente heeft zich gebonden om per definitie de adviezen van de toetsingscommissie te volgen. De facto heeft hij geen gelijk, de jure wel, denk ik. Nochtans heeft het college al meerdere malen gebruik gemaakt van haar mogelijkheid om, alvo rens definitief tot besluitvorming over te gaan, het advies te rug te sturen met het verzoek aan de toetsingscommissie de zaak in heroverweging te nemen. Dat is eigenlijk het uiterste middel wat het college op dit moment heeft. Je moet niet vergeten dat wij destijds de overeenkomst hebben gesloten met de toetsings commissie als orgaan met een tamelijk voorlopig karakter voor uitlopend op de totstandkoming van de Wet op de onbetaalde ar beid. Dat is eigenlijk het gegeven. We zeggen: wij zouden best een advies niet kunnen opvolgen en anders besluiten. Dat zou al leen kunnen leiden tot twee tamelijk gecompliceerde situaties. De vakbondsorganisaties, die deelnemen in de toetsingscommis sie, kunnen aan de medeleden in de R.W.W.-W.V.V.-commissie op dracht geven om dan geen werken met behoud van een uitkering toe te staan, in de vorm van de uitkering te schrappen. Dat is in het vooroverleg zo wel eens ter sprake gebracht. Wat ik er ger zou vinden is, wanneer de toetsingscommissie tot de conclu sie zou komen als het college als regel haar advies niet op volgt, dat de toetsingscommissie zegt: wij doen het niet meer. Daarmee wordt het instrumentarium werken met behoud van uitke ring voor Breda, totdat de Wet op de onbetaalde arbeid wordt geëffectueerd, nagenoeg onmogelijk gemaakt. Ik denk dat we met geen van beide oplossingen gebaat zouden zijn, zodat ik voorals nog de weg wil zoeken om zo goed mogelijk met elkaar tot een compromissituatie te komen. Ik denk ook niet dat het in dit sta dium nuttig en noodzakelijk is om echt de verordening te gaan wijzigen. Ik denk dat er veel meer met een aantal gesprekken tot stand gebracht kan worden. Er kan wat meer zicht gegeven worden hoe wij de vraagstukken benaderen en hoe de toetsings commissie dat doet. De evaluatie is toegezegd. Het gaat niet om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 412