17 APRIL 1985 418 Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Het is ook merkwaardig dat het nergens op een reminder terecht is gekomen. Ik heb het ook niet gevonden in de notulen. Wethouder RÖMKENS Ik kan me voorstellen dat mevrouw Van Beusekom daar zo op rea geert, omdat zij het niet op een reminder-lijst vindt. Mevrouw Van Beusekom kent mij echter voldoende om te weten dat ik toch wel enige zorgvuldigheid betracht met gedane toezeggingen in de commissie en dat ik die niet plotseling uit de lucht laat val len. Dat is de achtergrond waarom wij met dit voorstel zijn ge komen. Wij weten dat het geen aansluiting vindt in het facet-be- leid. De heer De Hoogh zegt en dat sluit ook aan wat de heer Van Dongen en mevrouw Van Beusekom zeggen: ja, je zegt nu wel geen precedentwerking, maar door dit te doen, schep je daarmee geen preprioriteit? Dit hebben we ook in de commissie gezegd bij de beschikking. De heer De Hoogh had er een arobabele opmer king over. De heer DE HOOGH Arorabel Wethouder RÖMKENS Dat vond ik zo mooi, ja. De heer DE HOOGH Ik heb niet gezegd dat er hiermee een preprioriteit geschapen wordt. Ik heb gepleit voor een stringente claim 1986. Wethouder RÖMKENS Datgene wat ik ook in de commissie heb gezegd, wil ik nu herha len. Op dit ogenblik kan ik geen enkele toezegging doen. Dat zal ook in de beschikking tot uitdrukking komen ten aanzien van de invulling van 1986. Ik erken wel wat de heer De Hoogh zegt, maar ik kan nu op dit moment geen toezegging doen. Dit zijn za ken, die pas bij de begroting 1986 tegen de achtergrond van de financiële capaciteit binnen de verschillende portefeuilles be oordeeld kunnen worden. U krijgt van mij die toezegging vanuit het college dus niet. Een ander punt betreft de vragen van me vrouw Paulussen of ik haar wil informeren over bestedingen. Ui teraard is het zo dat ik alle informatie zou willen geven die ik heb. Daar wil ik de commissie graag over informeren, maar ter geruststelling voor haar; we hebben geen potjes waar we iets uit betalen zonder dat de raad erin gekend is. Dat heeft U van mij nog nooit meegemaakt, dus ook in deze situatie niet. Ik heb het amendement van mevrouw Van Beusekom gelezen. Ik heb de indruk dat het amendement toch wel enigermate in strijd is met de bedoeling van het college, nl. om deze zaken subsidiabel te stellen. Mevrouw Van Beusekom stelt namens de VVD-fractie uitsluitend het 10-jarig bestaan van de vrouwenraad Breda sub sidiabel te stellen. Dit is een inbreuk op de naar mijn mening toch redelijk goed gemotiveerde bedoeling. We kunnen van mening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 418